Zo krijgt de Tweede Kamer meer invloed op Europese besluitvorming

Het Europese besluitvormingsproces is vaak lang en gaat over meerdere schijven en door verschillende fases. Wanneer moet je dan als Kamerlid actie ondernemen en hoe? In een masterclass in de Tweede Kamer stonden deze vragen centraal.

5 min. leestijd
(Bron foto: Peter Hilz / HH)

In de Tweede Kamer gaven Maarten Hillebrandt, onderzoeker naar transparantie in Europese wetgeving aan de Universiteit Utrecht en onze eigen columnist Mendeltje van Keulen, tevens lector aan de Haagse Hogeschool op het gebied van Europees beleid, uitleg over hoe Europese besluitvorming tot stand komt. Ze gaven de Kamerleden ook tips om hun invloed te vergroten.

Om effectief te zijn en invloed uit te oefenen op Europese besluitvorming hangt het af van vier zaken volgens Hillebrandt: kennen, kunnen, willen en doen.

Weet waar je bent

Om invloed uit te oefenen is het van belang te weten hoe de besluitvorming tot stand komt en in welke fase een wet zich bevindt. Per fase hebben Kamerleden verschillende middelen om invloed uit te oefenen.

Zo kunnen Kamerleden hun wensen proberen te realiseren op het moment dat er nog geschreven wordt aan een idee door de Europese Commissie. Of wanneer de lidstaten hun standpunt moeten bepalen de regering onder druk zetten.

Op tijd = te laat

De belangrijkste tip van Van Keulen en Hillebrandt om invloed uit te oefenen is om er zo vroeg mogelijk bij te zijn. Meer dan de helft van de tekst in de oorspronkelijke wetsvoorstellen van de Europese Commissie komt in de uiteindelijke wet. Wanneer je dus je belangen er vanaf het begin in hebt staan, is de kans groot dat deze erin blijven. Iets later toevoegen, is veel moeilijker dan iets er aan het begin in krijgen.

De Europese Commissie schakelt experts en belangengroepen in om mee te schrijven aan de voorstellen. Als Kamerlid kan je ook via deze experts en belangengroepen invloed uitoefenen op het schrijven. Een goed netwerk is daarom van belang.

Maak keuzes en een planning

Als Kamerlid moet je wel keuzes maken. Je kan niet op elk onderwerp invloed hebben, daar moet je keuzes in maken. Van Keulen roept daarom Kamerleden op om een jaarplanning te maken. “Weet wat wanneer komt en speel daar op in. Niet alleen als Kamerlid of partij, maar ook als Kamercommissie. Kies waar je op wilt inzetten en maak een behandelplan.”

Achter gesloten deuren

Nederland heeft een open debatcultuur. Voor de bijeenkomsten van EU-ministers op de verschillende beleidsterreinen, debatteren de desbetreffende ministers van tevoren met de Tweede Kamer over de inzet. In verschillende Europese landen zijn deze debatten achter gesloten deuren. Het voordeel van het debat in geslotenheid is dat de minister met “gesloten kaarten” naar Brussel kan. Hij kan dan niet door andere lidstaten onder druk gezet worden met argumenten die ook in het thuisland spelen.

Hillebrandt stelt echter dat er geen direct verband is geconstateerd tussen de effectiviteit van een lidstaat en het in open of geslotenheid debatteren. “Het is ook waar je meer waarde aan hecht. Transparantie is misschien iets minder effectief, maar wel belangrijk vanuit democratisch oogpunt.”

Over de schutting kijken

Nederland is niet het enige land wat worstelt met het Europese besluitvormingsproces. Het is volgens Hillebrandt ook lastig te zeggen of de Tweede Kamer het goed doet of slecht op dit punt. Al is het beeld dat Nederland het gemiddeld doet. Van Keulen wijst er wel op dat er parallelle behandeling is in de lidstaten bij bijvoorbeeld de implementatie van Europese richtlijnen. Er is dus ruimte voor informatie-uitwisseling tussen verschillende parlementen in lidstaten.

Een netwerk

Naast contact met collega’s in andere Europese landen of met experts die helpen schrijven aan wetsvoorstellen van de Europese Commissie is overleg met Europarlementariërs ook van belang. Voornamelijk overleg met de zogenaamde rapporteurs op bepaalde dossiers is van groot belang. Zij verwerken namens het Europees Parlement alle amendementen in de wetgeving. Zoek ook coalities die jouw standpunt delen. Ook in Europa geldt het aloude gezegde, samen sta je wel sterker.

Meer capaciteit

De vorige tips zijn voornamelijk zaken die je als Kamerlid in de gaten moet houden en moet weten. Alleen of het ook lukt, hangt af van andere factoren. Een netwerk onderhouden betekent bijvoorbeeld: vaak langsgaan. Alleen Kamerleden hebben natuurlijk ook andere verplichtingen en kunnen niet elke week naar Brussel. Een goede planning en het in de gaten houden, betekent meer ondersteuning. Meer staf = meer invloed.

 Tijdsinvestering

Aanvullend op de vraag over capaciteit is er ook de vraag van tijd. Hoe meer tijd je investeert als Kamerlid in het uitoefenen van invloed op Europese besluitvorming, hoe effectiever je zal zijn. Ook hier geldt dat het wel mogelijk moet zijn en dat het de prioriteit moet hebben. Deze keuze is deels persoonlijk, maar ook niet voor alle Kamerleden en partijen hetzelfde. Een grotere partij heeft meer tijd/capaciteit om zich hier mee bezig te houden.

Een plan

Ten slotte geldt: zonder plan, geen effect. Als je als Kamerlid weet hoe je Europese besluitvorming kan beïnvloeden, waar en wanneer je bij wie moet zijn, dan moet je alsnog wel weten wat je wilt bereiken. Dat kan heel concreet zijn door bijvoorbeeld een bepaalde limiet in een wet te verhogen of misschien wel breder. Een duidelijk plan van aanpak is effectief. Hillebrandt wijst hierbij ook op het verschil in lobbyclubs. “De lobbyclubs die weten wat ze willen, krijgen ook vaker wat ze willen. Dat geldt ook voor parlementsleden.”