Donderdag gaan Tweede Kamerleden van de commissie Klimaat en Groene groei in gesprek met een aantal experts. De vraag die op tafel ligt: welke rol moet de overheid spelen bij de verduurzaming van het bedrijf? De staalproducent wil de overstap maken naar groen staal, maar vraagt daarvoor miljarden aan overheidssteun. Dat roept bij experts vragen op: hoe lang kan die steun doorgaan, en wat als Tata Steel uiteindelijk niet concurrerend genoeg blijkt?
Wat is de afweging?
Volgens emeritus hoogleraar Rob van Tulder (Erasmus Universiteit) speelt Tata een belangrijke rol in de regio, met 9.000 directe en 30.000 indirecte banen. Maar er zijn ook grote uitdagingen. Hoge energiekosten maken de transitie naar groen staal lastig. Ook de financiële situatie van het bedrijf is zorgwekkend. Dennis Vink, hoogleraar Finance Investment aan de Nyenrode Business Universiteit, schat Tata’s huidige marktwaarde op -150 miljoen euro.
Tegelijkertijd kan sluiting van het bedrijf ook problemen met zich meebrengen. Van Tulder verwijst naar cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), die aangeven dat het verlies van werkgelegenheid evenveel of zelfs meer schade aan de gezondheid in de regio kan veroorzaken dan de huidige uitstoot van het bedrijf. Daarmee lijkt de discussie over staatssteun toch de moeite waard.
Daarnaast speelt Tata Steel een rol in de bredere Europese strategie. In het Draghi-rapport over de toekomst van de EU wordt gepleit voor strategische investeringen in enkele basisindustrieën zoals staal. De vraag daarbij is alleen welke Europese giganten worden gesteund en welke niet. Volgens Van Tulder heeft Tata een sterke positie vanwege de locatie aan de open zee, de goede infrastructuur en de lange staaltraditie.
Hoe Tata wil vergroenen, en wat het gaat kosten
Tata Steel Nederland wil in 2045 een CO2-neutrale staalproducent zijn. De eerste stap is de overstap van kolen naar aardgas. Vervolgens wil het bedrijf vanaf 2030 waterstof en elektriciteit inzetten voor de productie van staal. Oftewel: groen staal.
Dat vergt enorme investeringen. Volgens ESB-schattingen heeft Tata jaarlijks 800 miljoen euro extra nodig voor de transitie. Vink berekent dat zelfs met 2 miljard euro overheidssteun, Tata een negatieve marktwaarde van -7,5 miljard euro zou hebben.
Dit roept de vraag op of het bedrijf ooit zelfstandig kan overleven. “Tata lijkt een strategie te volgen die grotendeels door de overheid gefinancierd moet worden, maar onvoldoende rendement oplevert om uiteindelijk op eigen benen te staan”, aldus Vink. Bovendien is het onzeker of zulke staatssteun juridisch is toegestaan onder Europese en nationale regels.
Brede aanpak nodig voor de regio
Tata Steel is dus kwetsbaar, stelt ook Van Tulder. Daarom pleit hij voor een bredere aanpak, waarbij Tata niet op zichzelf wordt verduurzaamd, maar deel wordt van een innovatieve circulaire industrie. Dit maakt de regio minder afhankelijk van Tata alleen en helpt om banen beter te beschermen. Bovendien biedt het Nederland meer strategische kansen in de groene transitie.
Van Tulder wijst op succesvolle voorbeelden zoals Brainport Eindhoven en Chemelot, waar deze aanpak zich volgens hem eerder heeft bewezen. Hier werd de industrie verbonden aan innovatieve en circulaire bedrijvigheid, wat voor economische veerkracht zorgde.
In het diepe: Wat is ‘groen staal’? Bij de productie van staal komt normaal gesproken veel CO2-uitstoot vrij door het gebruik van kolen. Bij ‘groen staal’ wordt deze uitstoot sterk verminderd of zelfs vermeden. Dit kan bijvoorbeeld door waterstof te gebruiken in plaats van kolen. Wanneer deze waterstof wordt geproduceerd met hernieuwbare energie (groene waterstof), komt er alleen waterdamp vrij in plaats van CO2. Groen staal wordt gezien als een veelbelovende oplossing voor industrieën die moeilijk te elektrificeren zijn, zoals staalproductie en luchtvaart.