De Brexit en de visserij: voor Europese vissers is het sinds de uittreding van de Britten uit de Europese Unie een waar hoofdpijndossier. Maandagavond presenteerde rapporteur Manuel Pizarro in Straatsburg zijn verslag over de toekomst van de visserij in relatie tot de betrekkingen met het Verenigd-Koninkrijk. Europarlementariërs Jan Huitema (VVD) en Bert-Jan Ruissen (SGP) zijn schaduwrapporteur op het dossier. De boodschap aan de Europese Commissie van beiden is duidelijk: behartig de belangen van de Europese vissers en treedt op als het nodig is.
Het rapport van Pizarro gaat over de toekomst van de visserij in het Kanaal, de Noordzee, de Ierse Zee en de Atlantische Oceaan. Die wordt nu bemoeilijkt door het Verenigd-Koninkrijk, dat volgens Pizarro allerlei “protectionistische maatregelen neemt.” Dit doen de Britten om hun eigen visvangst veilig te stellen, maar daarmee worden Europese vissers gedwarsboomd. Onder andere door Europese schepen geen – of in ieder geval heel langzaam – vergunningen te verlenen. “We vragen het Verenigd-Koninkrijk om hiermee op te houden”, zegt Pizarro over de tegenwerkingen. “En mocht het zover komen, dan zijn er instrumenten nodig om Europese vissers te beschermen.”
Quotum
Dat vinden de Nederlandse Europarlementariërs ook. “Als onderdeel van de Brexit-deal moeten Europese vissers moeten maar liefst 25 procent van het quotum in de Britse wateren afstaan,” zegt Huitema op de vergadering in het Europees Parlement over de lastige situatie voor de Europese visserij. “We moeten voorkomen dat onze vissers de speelbal worden van internationale verhoudingen.” Huitema pleit er daarom voor dat de Europese Commissie constructief het gesprek moet aangaan met de buurlanden van de Europese Unie in de Noordzee. Dat is naast het Verenigd-Koninkrijk bijvoorbeeld ook Noorwegen.
Ook SGP’er Ruissen is ontstemd over de situatie op de Noordzee. Hij vindt dat de vissers – die erg hard geraakt zijn door de terugtrekking van de Britten uit de Europese Unie – snel gecompenseerd moeten worden. En het geld daarvoor is aanwezig, want met het oog op grootschalige negatieve economische effecten als gevolg van de Brexit, is in het verleden door de Europese Commissie het ‘Brexit Adjustment Reserve’ (BAR) opgetuigd. Een totaal van ruim 5 miljard euro. Ruissen: “Ik roep de Commissie op om tempo te maken met de BAR-gelden. Er moet zo snel mogelijk gecompenseerd worden.”
Ruissen maakt zich ook nog zorgen om iets anders: in de visserij-overeenkomst tussen de Europese Unie en het Verenigd-Koninkrijk is tot 1 juni 2026 een transitieperiode afgesproken. Daarna moet er ieder jaar opnieuw onderhandeld worden over quota en dergelijke. Ruissen maakt zich zorgen dat die 25 procent die Europese vissers nu al moeten afstaan, nog wel eens meer kan worden. “Het is heel onzeker wat er na 2026 gebeurt. Maar als de Britten belemmeringen op blijven leggen, dat moeten wij ook niet bang zijn voor tegenmaatregelen.”
Stabiel
Eurocommissaris Sinkevičius voor Mileu zegt in een reactie dat dat volgens hem niet aan de orde is. “Na 1 juni 2026 komt er geen reductie van de quota”, reageert hij op de angst van onder andere Ruissen. “Die quota moeten stabiel blijven, het is helemaal niet de bedoeling daar nog eens over te gaan onderhandelen.”
Daarnaast benadrukt Sinkevičius dat de Europese Commissie ervoor gaat zorgen dat de Britten geen internationale afspraken schenden. Dat kan door goed samen te werken in de gemeenschappelijke Commissie Visserij, ook omdat de Europese Commissie vooral wil samenwerken. Optreden, zoals bijvoorbeeld Ruissen wil, doet Sinkevičius liever niet. “We willen vooral samenwerken”, zegt hij. “Niet alleen met het Verenigd Koninkrijk, maar ook met bijvoorbeeld Noorwegen. Zodat er een duurzaam visbestand komt, en eerlijke concurrentie bestaat voor al onze marktdeelnemers.”