Met zo’n 5,5 miljoen zijn ze: de medewerkers van platformbedrijven, zoals Uber of Deliveroo, die onterecht als zelfstandigen werken. Daardoor lopen ze belangrijke sociale voordelen mis zoals pensioensparen en ziektedagen.
Een nieuwe EU-wet die hieraan paal en perk moest stellen, leek al rond. In december sloten het Europees Parlement en de lidstaten een voorlopig akkoord. Maar tot tweemaal toe hebben de lidstaten op het laatste moment toch tegen het akkoord gestemd. Dat is hoogst ongebruikelijk bij Europese besluitvorming.
“Er is iets groots gebeurd”
Nu Estland en Griekenland bij een derde stemming akkoord zijn gegaan, komt de wet er toch. Dat bleef tot op het allerlaatste moment spannend: eerdere pogingen van de EU-ambassadeurs om tot een compromis te komen, draaiden op niets uit. Enkel Duitsland en Frankrijk stemden uiteindelijk tegen de wet.
“Er is zojuist echt iets groots gebeurd”, vertelt minister van Sociale Zaken Karien van Gennip (CDA) na afloop. “Dit betekent betere bescherming voor de werkers en duidelijkheid voor de bedrijven.”
Verwaterd
Oorspronkelijk stond in de wet dat werknemers van platformbedrijven verondersteld werden in dienstverband te werken wanneer aan twee van een lijst met vijf voorwaarden was voldaan. Voorbeelden van die criteria: een werknemer heeft geen inspraak in zijn vergoeding of moet zich bijvoorbeeld houden aan kledingvoorschriften.
Abonneer je nu op De week van de euro
Maar die voorwaarden zijn nu volledig geschrapt. Wel is het nog steeds zo dat platformwerkers in principe geacht worden in dienstverband te werken. Het is aan het platformbedrijf om het tegendeel te bewijzen. Op basis van welke voorwaarden dat kan, mogen de lidstaten zelf invullen.
“De voorwaarden worden per land uitgewerkt. Maar ze moeten voldoen aan uitspraken van het Europese Hof. Dus de basis is wel overal hetzelfde”, aldus van Gennip.
Nederland was groot voorstander van de eerdere versie. “Dit is een iets andere invulling, maar het is nog steeds ambitieus”, besluit van Gennip.
Algoritmes
Ook GroenLinks-Europarlementariër Kim van Sparrentak reageert opgelucht: “We slagen erin om ondanks de miljoenen aan lobby van Uber en andere platforms, de werkomstandigheden van de meest precaire werknemers te verbeteren.”
Verder is van Sparrentak tevreden dat er regels komen voor eerlijke en transparante algoritmes achter de platformapplicaties. Zo moeten platformbedrijven hun werknemers informeren over hoe algoritmes hun prestaties monitoren en hun salaris bepalen. Voor pakweg een Uber-chauffeur was het eerst nattevingerwerk om te weten hoeveel hij per rit zou verdienen op een bepaald tijdstip. Ook mogen de algoritmes niet langer biometrische gegevens of gegevens over de mentale staat van de werknemer bijhouden.
De nieuwe wet zou binnen de twee jaar in werking moeten treden.
Meer over het Europese besluitvormingsproces lees je hier.