Oekraïense vluchtelingen die op dit moment onder een speciale Europese regeling in de EU verblijven, kunnen straks niet zomaar op straat worden gezet. “We moeten overgaan op verlenging”, benadrukte staatssecretaris Eric van der Burg (Asiel en Migratie) maandag na een vergadering van EU-ministers van Justitie. In 2025 loopt de speciale regeling af.
Speciale regeling
Na het uitbreken van de oorlog in Oekraïne op 24 februari 2022 werd voor het eerst, op aandringen van EU-migratieministers, een speciale Europese regeling ingezet. Daarmee werd het mogelijk voor Oekraïners om in de EU asiel te krijgen zonder de hele asielprocedure te doorlopen.
Inmiddels vangen EU-landen in totaal 4,2 miljoen Oekraïense vluchtelingen op. In Nederland verblijven volgens cijfers van de Europese Commissie 135.625 Oekraïense vluchtelingen. EU-landen moeten de vluchtelingen uit Oekraïne huisvesten, leefgeld en toegang tot zorg en onderwijs geven. Ook mogen ze direct aan het werk.
‘Niet zomaar op straat’
Het probleem met de regeling is dat hij in eerste instantie maar één jaar geldig was. Daarna is het twee keer verlengd. Nu ziet het ernaar uit dat Oekraïense vluchtelingen in maart 2025 niet meer onder de regeling vallen. “Het is duidelijk dat we niet kunnen zeggen: nu is het afgelopen”, zegt Van der Burg. EU-landen vroegen de Europese Commissie onlangs met een nieuwe regeling te komen. Dat voorstel komt in juni, volgens de staatssecretaris.
Tweede Kamerlid Mona Keijzer (BBB) stelde in januari dit jaar nog voor Oekraïense vluchtelingen terug te sturen naar veilige delen van het land. Ter info: het oosten van Oekraïne en het schiereiland de Krim zijn nog steeds bezet door Rusland. Maar volgens Keijzer is het westen van het land veilig genoeg. Ze opperde serieus na te denken over de terugkeer van Oekraïense vluchtelingen.
