Vanaf 2035 mogen fabrikanten in de EU geen auto’s meer verkopen met een klassieke verbrandingsmotor. Om allemaal op elektrisch rijden over te schakelen, hebben we fors meer batterijen nodig. En dat blijkt een heikel punt: bij vijf cruciale grondstoffen is de EU voor 78 procent afhankelijk van import. Voor geraffineerde lithium (d.i. van hoge kwaliteit) is de EU zelfs volledig afhankelijk van het buitenland.
De Europese Commissie lanceerde in 2018 daarom een ambitieus plan om de eigen batterijproductie een duwtje in de rug geven. De Europese Rekenkamer vraagt zich echter af of dit plan volstaat. “Momenteel zien onze slaagkansen er niet goed uit”, vertelt Rekenkamerlid Annemie Turtelboom. “De Europese Commissie heeft haar huiswerk gedaan, maar heeft de cijfers niet op orde.”
Doemscenario’s
De Rekenkamer maakt zich zorgen dat de EU voor de batterijen in een onrustwekkend afhankelijke positie terechtkomt. Die afhankelijkheid zagen we eerder al bij Russisch aardgas. Daarbovenop ziet de Rekenkamer twee doemscenario’s: ofwel blijkt het 2035-doel niet haalbaar, ofwel pakt de Europese auto-industrie haar biezen doordat Europese batterijen simpelweg te duur worden.
Op dit moment bedraagt de prijs van de batterij al 40 procent van de productiekosten van een elektrische wagen. Die prijs zit de jongste jaren trouwens fors in de lift. Eind 2020 was de prijs van een batterijpakket (200 euro per kWh) al dubbel zo duur dan toen de Commissie voor het eerst met haar plannen kwam. De afgelopen twee jaar is de prijs van lithium nog eens met 870 procent gestegen.
Verouderde data
Volgens de Rekenkamer zou de Europese Commissie ook geen goed beeld hebben van alle reeds bestaande subsidieregelingen die het tij moeten keren. Zo nemen lidstaten, los van de Europese plannen, ook zelf initiatief. Doordat de Commissie dit niet scherp in beeld heeft, zou een gecoördineerde en doelgerichte aanpak in gevaar komen. “De data die de Commissie hierbij gebruikt, zijn verouderd en incompleet”, vertelt Turtelboom. “Dat vormt een wankele basis voor de toekomst van onze batterijen.”
Verder ziet de Rekenkamer dat de Commissie zeer duidelijke doelen heeft bij het bannen van benzine- en dieselauto’s tegen 2035. Tegelijkertijd ontbreken er harde doelen over het verhogen van de batterijproductie die die ban moeten ondersteunen. Hierdoor is het niet duidelijk hoe de Commissie hoopt tegen de deadline voldoende batterijen te hebben.