Post uit Brussel | Vrouwen aan de top

Als een bedrijf meer dan duizend medewerkers heeft, waarvan tenminste honderdvijftig in twee EU-landen, kan het een Europese ondernemingsraad oprichten. Maar, hoeveel vrouwen zitten daarin? De Europese Commissie wil een streefcijfer van 40 procent vrouwelijke leden. Nederland vindt dat niet praktisch, het Europees Parlement wil nog verder gaan – en wat andere landen vinden weten we niet. Hoe onze volksvertegenwoordigers deze Europese onderneming gaan volgen, horen we volgende week.

3 min. leestijd

Volgende week hebben de woordvoerders sociale zaken in de Tweede Kamer een vergadering waarin ze alle binnengekomen post bespreken – dit keer niet uit Brussel, maar wel veel van het kabinet. De Europese Commissie heeft eind januari namelijk een wetsvoorstel gedaan.

Deze bevat maar vier artikelen, maar die bestonden toch uit vele reeksen tekstvoorstellen om de EU-wet uit 2009 voor Europese Ondernemingsraden te wijzigen. Zo moeten er onder andere minimaal 40 procent vrouwen aan de top gaan meedenken. Op de agenda van de Kamerleden staat komende week dus het standpunt van Nederland, vastgesteld door het kabinet. Wat gaat er nu gebeuren?

Meningsverschillen

In Nederland overleggen partners en andere belanghebbenden veel in de Sociaal Economische Raad (SER). In de EU ook gebeurt dit ook. Eén van de Europese adviesorganen is het Europees Economisch en Sociaal Comité (EESC), waarin ook Nederlanders zijn vertegenwoordigd. Net zoals bij veel Europese organisaties vind je de namen gewoon op de site – kom daar maar eens mee aan in Den Haag.

Het EESC is twee keer gevraagd haar mening te geven over de wetstekst. De vakbonden wilden een juridisch bindende herziening, want ze willen betere regels voor ondernemingsraden. Werkgeverskoepels waren juist tegen. Ook alle Nederlanders konden trouwens hun mening geven, in april vorig jaar.

En nu?

In het algemeen is het oordeel van Nederland positief. Maar er zijn nog wel een paar zorgen. Of er in een ondernemingsraad een man of een vrouw wordt gekozen is immers niet te sturen, en daarmee heeft het streefcijfer dat de Commissie voorstelt geen effect. Of het nog gaat lukken hier iets aan te doen, is niet duidelijk. Er wordt in de EU op dit thema tenslotte besloten bij meerderheid. Én het Europees Parlement onderhandelt mee, en dat wordt halverwege dit jaar herkozen.

Schrik je als ondernemer van dit soort berichten? Op die vraag spelen ook advocatenkantoren slim in. Bij de beschrijving van de Europese processen zijn ze niet allemaal meer actueel. Zoals dit advocatenkantoor, dat de tweede lezing beschrijft zoals dat twintig jaar geleden werd gedaan tijdens een les basis EU-recht. In de praktijk gaat het Europese wetgevingsproces allemaal veel sneller, nu de trilogen opmars hebben gedaan en het EP driftig meeonderhandelt over tekstvoorstellen.

Een hele onderneming

In het standpunt van het kabinet lezen de Kamerleden dat het Europees Parlement al een rapporteur heeft aangewezen: Dennis Radtke van de christendemocratische EPP-fractie. Het Europees Parlement wilde eigenlijk verder gaan dan het huidige voorstel van de Commissie. De EU-ondernemingsraad zou vertrouwelijke informatie moeten kunnen delen met nationale of plaatselijke ondernemingsraden. Ook zouden er hogere boetes moeten komen bij het niet nakomen van de afspraken.

De Nederlandse onderhandelaar zal pogen een gewogen meerderheid te vinden voor het kabinetsstandpunt. Wat dat gaat betekenen, blijft echter nog onduidelijk. “In de Raad, is het krachtenveld nog in beweging”, schrijft het kabinet cryptisch aan de Tweede kamer.

Sommige lidstaten vinden dat de voorgestelde implementatieperiode van twee jaar te kort is. Dat vindt Nederland dan weer niet, maar het kabinet ziet het vrouwenquotum dus niet zitten. Kortom, de bespreking van dit voorstel wordt de komende jaar een hele onderneming.

Het gras is altijd groener bij de buren.
Verken je horizon en ga ook eens vissen in een andere vijver!

Word lid Meer informatie