Nooit meer producten uit sweatshops op de Europese markt

De EU gaat producten van de markt weren die tot stand kwamen met dwangarbeid.

3 min. leestijd
(Bron foto: iStock)

Wereldwijd zijn er nog altijd 28 miljoen mensen die het slachtoffer zijn van dwangarbeid. Toch komen de producten die zij maken nog volop op de Europese markt terecht. Zo eindigt vis die door Oeigoeren onder dwang werd gevangen ook gewoon in de Nederlandse schappen

Mensonterend

Maar vandaag stemt het Europees Parlement definitief over een wet die hieraan paal en perk moet stellen. Zo mogen met dwangarbeid vervaardigde producten niet meer verkocht worden op de Europese markt.

“De wet roept een halt toe aan producten die in mensonterende omstandigheden werden gemaakt”, vertelt hoofdonderhandelaar Samira Rafaela (D66) in een debat in Straatsburg. “Te lang hebben we gekozen voor producten die goedkoop waren, ten koste van de mensen die bij de productie betrokken waren.”

Abonneer je nu op de nieuwsbrief Democratie & Rechtsorde

“Ik ben er heilig van overtuigd dat we hiermee voor rechtvaardigheid voor de slachtoffers kunnen zorgen die al decennia werken in sweatshops en in andere duistere omstandigheden”, gaat Rafaela verder. “Ook is de wet een grote kans voor onze bedrijven. Zij worden voorbereid om de grote problemen die voor ons liggen aan te pakken. Daardoor worden ze veerkrachtiger, competitiever en motoren van verandering.”

Product vernietigen

Als bij de productie sprake is van dwangarbeid, mag het product niet meer verkocht worden op de Europese markt, is de gedachte. Het product wordt dan uit de schappen gehaald door het te doneren, te recycleren of te vernietigen. Pas wanneer de fabrikant aantoont dat hij maatregelen heeft genomen om korte metten te maken met de dwangarbeid, mag het product weer de Europese markt op. 

Op basis van een lijst met ‘risicovolle’ producten opgesteld door de Europese Commissie, worden onderzoeken naar dwangarbeid ingesteld. Risicovol zijn bijvoorbeeld producten uit regio’s waar de staat dwangarbeid oplegt. Denk aan de Oeigoeren die in China onder dwang moeten werken.

Wanneer het onderzoek plaatsvindt binnen de EU, is het aan de nationale autoriteit van de desbetreffende lidstaat om het onderzoek te starten en het definitieve besluit op te maken. De Europese Commissie is verantwoordelijk voor de onderzoeken buiten de EU.

Overregulering

Michiel Hoogeveen (JA21) staat achter het idee, maar heeft toch zorgen over de wet. Zo stelt hij dat er niet voldoende bestudeerd is wat de volledige impact van de wet zal zijn. “We hebben twijfels over de impact op mkb-bedrijven. Omdat er geen gecentraliseerd nationaal contactpunt komt, kan er onzekerheid bij ondernemers ontstaan over hoe ze de wet moeten uitvoeren.”

Verder vreest Hoogeveen dat de EU overreguleert met de wet: “De EU krijgt met felle concurrentie te maken. Dan moeten we focussen op een competitief bedrijfsklimaat.”