Nederlandse vissers krijgen speciale aandacht in Europees Parlement

Nederland was ooit een groot vissersland met kleine unieke vissersdorpen. Nu loopt het aantal vissersboten terug en verandert de industrie. Dat verdient speciale aandacht, vindt de SGP.

3 min. leestijd
(Bron foto: iStock)

Nederlandse vissers krijgen de komende tijd speciale aandacht in het Europees Parlement. Op verzoek van SGP-Europarlementariër Bert-Jan Ruissen staat er vanaf maandag een tentoonstelling over het unieke karakter van Nederlandse vissers, de verandering in de industrie en de onzekere toekomst van de ooit iconische vissersdorpjes. Samen met Urkse wethouder Nathanaël Middelkoop doet Ruissen een oproep aan zijn collega’s in Brussel: steun de visserij en versoepel de regels.

Vissersland

Hoewel ons land ooit een groot vissersland was, is dat langzaamaan aan het veranderen. In dorpen die bekendstonden om grote vloten vissersboten wordt nu soms alleen nog maar geïmporteerde vis verwerkt. Regelgeving maakt het moeilijk. Er zijn zorgen om de vervuilende motoren van boten, waardoor een groot aantal Nederlandse schepen buiten subsidieregelingen vallen.

En dan is er ook nog de discussie over pulsvisserij. Daarmee konden Nederlandse vissers erg effectief en zonder al te veel schade aan de bodem toe te brengen vissen vangen die zich in de bodem verstoppen. Nu worden die vissen met zware kettingen uit de bodem gejaagd. Met pulsvisserij gebeurt dat met kleine elektrische schokjes. De techniek was zo succesvol dat Frankrijk pulsvisserij wilde verbannen. Het zou dieronvriendelijk zijn, hoewel Nederlandse onderzoeken dat weer tegenspreken.

Verdwenen

De afgelopen tijd zijn er in ieder geval 51 vissersboten uit Nederland verdwenen. 26 daarvan kwamen uit Urk, legt Middelkoop uit. Strengere regels, minder ruimte door windturbines op zee en een verbod op pulsvisserij zijn daar volgens hem de oorzaak van. Reden voor de twee SGP’ers en het Nederlands Visserijbureau om Nederlandse vissers weer op de kaart te zetten.

Nederlands vissersverleden

Hun tentoonstelling duikt het verleden in. Met foto’s van vissersfamilies in traditionele kleding wordt uitleg gegeven over hoe het met de Nederlandse visserij begon. In chronologische volgorde gaat de tentoonstelling verder en beschrijft het de stand van zaken bij Nederlandse rederijen, en de mosselvangst. En natuurlijk staat er een levensgroot haringmeisje op de bezoekers te wachten.

Bij de opening van de tentoonstelling schets Ruissen een beeld van de Nederlandse vissers. Als voorbeeld neemt hij het dorpje Yerseke dat bekendstaat om haar kreeftvangst, maar ook de oesters die er geoogst worden. “Die zijn bekend door heel Europa”, stelt hij. Of de haven van Stellendam, waar nog steeds vissersboten gebouwd worden.

Wat gaan we doen?

Dat Ruissen het teruglopen van de Nederlandse vissersvloot zonde vindt, klinkt door in zijn speech. Hij vraagt zich af wat de EU kan doen voor de Nederlandse vissers. “Wordt dit de nieuwe realiteit? Laten we de Nederlandse visserij gewoon verdwijnen?”, vraagt hij zich af. Liever niet, is de conclusie. Ruissen en Middelkoop hopen dat de EU iets voor de vissers kan betekenen.

Zo moet Brussel bijvoorbeeld inzetten op kwaliteit boven kwantiteit, stelt Middelkoop. Vis moet lokaal ingekocht worden. Komt de vis op je bord niet uit Nederland, laat het dan op zijn minst uit een ander Europees land komen. Ook wil hij dat de EU helpt bij het verduurzamen van boten zodat ze minder afhankelijk worden van schommelende, en nu hoge benzineprijzen. Daarnaast moet vissen aantrekkelijker zijn. Niet alleen door medewerkers van vissers beter te betalen, maar ze meer perspectief te bieden op een sociaal leven aan de kust.

Abonneer je nu op de nieuwsbrief Landbouw & Visserij

Het gras is altijd groener bij de buren.
Verken je horizon en ga ook eens vissen in een andere vijver!

Word lid Meer informatie