Nederlandse lokale en regionale politici willen meer invloed in Brussel

Lokale en regionale politici willen meer invloed op Europees beleid. Dat constateert de Eurobarometer. Europese regels zijn voor hen erg belangrijk en toch hebben ze vaak niets te zeggen.

3 min. leestijd

Het is de ‘Europese week van regio’s en steden‘. Een moment voor de Europese Unie om stil te staan bij alle bestuurslagen onder de nationale bestuurslaag: de provincies en de gemeenten. Zij krijgen immers veel met Europese wetgeving te maken. Ze moeten hun beleid aanpassen om aan Europese regels te voldoen. Ook zijn het de eersten die de grensoverschrijdende gevolgen ervaren van Europese regels.

Terwijl men in Brussel vooruitkeek naar de speciale week en er allerlei evenementen organiseerde, werd er ook onderzoek gedaan. De Eurobarometer, het eigen onderzoeksbureau van de EU, stelde vragen aan regionale en lokale politici. Welke uitdagingen in de regio’s zijn van speciaal belang voor de EU? En hoe zien zij de toekomst van de Europese Unie?

Meer invloed

Duidelijk is dat Nederlandse lokale en regionale politici meer invloed willen op Europees beleid. Van de ondervraagden zegt meer dan de helft dat het meer invloed wil. Vooral op het gebied van economie, sociale rechtvaardigheid en de klimaatcrisis willen ze meer te zeggen hebben.

Lokale en regionale overheden hebben op dit moment weinig te zeggen over wat er in Brussel gebeurt. Er is natuurlijk het Europees Comité van de Regio’s, waarin wethouders, gedeputeerden en burgemeesters vertegenwoordigd zijn. Maar zij hebben alleen een adviserende rol. Ze kunnen bijvoorbeeld stemmen over allerlei Europese wetgeving, maar de Europese Commissie kan hun conclusies naast zich neerleggen.

Lokale problemen

Sebastiaan Vliegen is VVD-fractievoorzitter in de Zuid-Limburgse gemeente Voerendaal. Ook hij ziet problemen in zijn regio, die Europees opgelost kunnen worden. Dan heeft hij het bijvoorbeeld over grenswerk. Voerendaal ligt dicht bij de grens met Duitsland én België. Heel wat mensen uit zijn gemeente werken over de grens.

Maar grenswerk brengt nog altijd problemen met zich mee. Vooral op het gebied van sociale zekerheid. Grenswerkers hebben nog altijd vragen over hun verzekering, AOW en pensioen. De gemeente biedt zo veel mogelijk informatie aan, maar grenswerkers blijven bij de gemeente aankloppen, zegt Vliegen. Volgens Vliegen kan Europese wetgeving deze problematiek oplossen en voor vereenvoudiging zorgen.

Europese invloed

Toch vindt Vliegen niet dat alle lokale politici iets te zeggen moeten hebben in Brussel. “De EU moet ook bestuurbaar blijven”, legt Vliegen uit. “Als iedere lokale politicus iets naar de EU moet sturen heeft de EU binnen een week genoeg werk voor de komende vijftig jaar.”

Het Europees Comité van de Regio’s vindt Vliegen in elk geval een uitstekend tussenpersoon tussen de lokale overheid en Brussel. Daarnaast zijn er natuurlijk ook de nationale partijen. Daar kan Vliegen als VVD’er de problemen ook kenbaar maken. Op die manier sijpelen ze ook door naar beleidsmakers in het Europees Parlement. Tot slot is er de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG), een belangenorganisatie voor alle Nederlandse gemeenten. Ook via die organisatie probeert Vliegen grensoverschrijdende problemen in Brussel op de agenda krijgen.