Het wordt al jaren het lijk in de kast van het Europees Parlement genoemd: het aanvullend pensioenfonds voor Europarlementariërs. Europarlementariërs konden vrijwillig geld in een investeringsfonds stoppen. Het Europees Parlement legde daar vervolgens het dubbele bovenop. Dat levert gemiddeld een royaal extra pensioen op van 2.206 euro per maand.
De fundamenten van het systeem bleken wankel. Het fonds betaalde altijd uit, ook al maakte het verlies. Daarom werd het in 2009 al opgedoekt. Sindsdien kunnen nieuwe Europarlementariërs zich niet meer aansluiten. Maar degenen die zich al aangesloten hadden, hebben wel nog steeds recht op wat hen beloofd was. En dat maakt het Parlement zenuwachtig: de verliezen van het fonds stapelen zich al jarenlang op.
In een poging om de schade te beperken, besloot het administratief bestuur van het Europees Parlement (het Bureau) al om de uitbetalingen van het fonds fors in te perken. Zo worden de pensioenen niet meer automatisch geïndexeerd met de inflatie, dalen de bedragen met 50 procent en stijgt de pensioenleeftijd van 65 naar 67 jaar. Hierdoor zou het tekort van het fonds dalen van 310 miljoen euro tot 86 miljoen euro. Ook kunnen deelnemende Europarlementariërs ervoor kiezen om zich in één keer uit te laten kopen.
Volgens een gelekte lijst die De Telegraaf kon inzien, zouden onder meer oud-ministers Maxime Verhagen, Laurens Jan Brinkhorts en Karla Peijs deelnemen aan het fonds. Het drietal was Europarlementariër voor respectievelijk CDA, D66 en CDA.
