PFAS is een verzamelnaam voor ongeveer tienduizend stoffen die door de mens zijn gemaakt. Deze stoffen zitten in heel veel spullen, zoals pannen, jassen, zonnepanelen en make-up. Sommige van de stoffen zijn kankerverwekkend. Bovendien zijn ze ook lastig afbreekbaar. Daarom groeit de hoeveelheid PFAS-stoffen en dat leidt tot milieu- en natuurschade.
Nederland sloeg de handen ineen met Duitsland, Zweden, Noorwegen en Denemarken om een einde te maken aan de uitstoot van de stoffen. In februari 2023 kwam de Europese waakhond voor chemische stoffen (ECHA) met een voorstel hoe het verbod eruit zou moeten zien, het zogeheten restrictievoorstel.
Nederland wil invloed uitoefenen
Het is nu aan lidstaten en belanghebbenden om hun mening te geven over het voorstel. De verwachting is dat de Europese Commissie in 2025 dan met een definitief voorstel komt voor een verbod. Dat definitieve voorstel is nu dus nog te beïnvloeden.
De Tweede Kamer vindt dat de regering die invloed moet uitoefenen. De motie van Kamerlid Kauthar Bouchallikh (GroenLinks) werd aangenomen met grote meerderheid. De motie stelt dat er druk uitgeoefend moet worden op de Commissie om de overgangsperiode te verkorten. In het voorstel staat dat PFAS voor bepaald gebruik pas over maximaal 13,5 jaar verboden wordt. Die overgangsfase moet korter zijn.
Bas Eickhout
Bouchallikh volgde met haar motie de lijn van haar Europese partijgenoot Bas Eichout. De Europarlementariër stelde al direct na het voorstel dat de overgangsfase “overdreven” was. Hij waarschuwt ook voor een “gatenkaas”, wanneer er allemaal uitzonderingen komen op het verbod. De Kamer is het met hem eens en wil een heldere en snelle PFAS-exit.
