Het voorstel, dat door het Hongaarse voorzitterschap is gepresenteerd, verplicht sociale netwerken om software te installeren die berichten kan scannen op kinderporno en -misbruik. Critici vrezen voor de privacy van gebruikers. Ook zijn er vragen over de betrouwbaarheid van deze software.
Eerder vanochtend riepen zowel Kamerleden als een aantal privacy-experts het kabinet nog op om tegen te stemmen. Zij waarschuwden dat het nog te onduidelijk is hoe de software – waarvan de ontwikkeling nog niet begonnen is – berichten moet gaan scannen. Ook zullen er volgens hen waarschijnlijk veel mensen onterecht verdacht worden, bijvoorbeeld wanneer zij een onschuldige foto van hun kinderen delen met familie en vrienden. Zelfs als de kans op fouten in de scans erg klein is.
Nederland onthoudt zich van stemming
Het kabinet deelt deze zorgen nu. “Nederland erkent de urgentie van de bestrijding van kinderpornografisch materiaal volledig en is voorstander van effectieve EU-regelgeving”, schrijft Van Weel in zijn brief. Maar volgens hem is er “op dit moment onvoldoende duidelijkheid over de impact van de voorgestelde maatregelen.”
Van Weel heeft er daarom voor gekozen om zich te onthouden van een stem tijdens de aankomende vergadering van de EU-minsisters van Justitie, tussen 10 en 12 november. Hoewel de meeste landen ondertussen voor het voorstel zijn, is het waarschijnlijk dat het zonder Nederlandse steun niet meer aangenomen zal worden. Het lijkt er namelijk op dat er sprake is van een ‘blokkerende minderheid’, wat betekent dat meer dan vier lidstaten de wet niet steunen. Naast Nederland zijn dat onder andere Duitsland en Italië.
Hongaarse poging
Het plan voor een nieuwe wet tegen online kindermisbruik lag al een tijdje op tafel. In 2023 wees het Europees Parlement het oorspronkelijke voorstel van de Europese Commissie af en kwam met een eigen, iets aangepast plan. En daar liep het vast, want de onderhandelingen tussen het Parlement, de Commissie en de lidstaten kunnen pas beginnen als ook de lidstaten (in de Raad) met een voorstel komen. Dat lukt al twee jaar niet.
De Hongaren, momenteel EU-voorzitter, wilden het echter nog een keer proberen en kwamen met een voorstel. Hierin stellen ze voor dat de scansoftware alleen mag zoeken naar bekende (dus gemelde) kinderporno. Maar volgens critici biedt de wet nog steeds ruimte voor het opsporen van nieuw kindermisbruik. De software zal daarom ook met detectietechnieken worden uitgerust die dit nog ‘onbekende materiaal’ in berichten van EU-burgers kunnen opsporen, iets wat volgens velen dus grote privacyrisico’s met zich meebrengt. Ook kan de Commissie elke drie jaar de technologie herzien, en dus aanpassingen maken aan wat wel en niet kan worden gezien.
Massasurveillance
Kamerlid Barbara Kathmann (Groenlinks-PvdA), die de oproep aan de minister ondersteunde, is blij met het besluit van de minister. Volgens haar worden de risico’s van massasurveillance nog altijd onderschat: “Het voorstel maakt Nederland onveilig en helpt geen kind.” Daarom moet de wet volgens haar niet “keer op keer in de ijskast, maar van tafel.”