Nederland steunt het uitstel van de Europese ontbossingswet, maar met gemengde gevoelens. De wet, die moet voorkomen dat producten die bijdragen aan ontbossing op de Europese markt komen, zou eind 2024 ingaan. Hier kwam veel kritiek op, zowel van binnen als buiten de EU. Zo zouden de regels te onduidelijk zijn en te veel papierwerk opleveren. Kortom: niemand zag door de bomen door het bos nog. Daarnaast is het IT-systeem waarin producenten de herkomst van hun producten moesten registreren, nog niet goed op orde. Begin oktober diende de Europese Commissie daarom een voorstel in om de wet pas eind volgend jaar in te laten gaan.
Het kabinet begrijpt dat uitstel nodig is. Staatssecretaris Rummenie (o.a. Landbouw) stelt dat de vertragingen ervoor gezorgd hebben dat “de naleving door bedrijven en de uitvoering en handhaving in het geding” zijn geraakt. Volgens de staatssecretaris was Nederland zelf al wel goed voorbereid.
Sommige bedrijven hebben al veel geïnvesteerd om aan de wet te voldoen. Voor hen is het uitstel “teleurstellend”, omdat zij nu hun “concurrentievoordeel verliezen” en “kosten hebben gemaakt”, schrijft Rummenie. Tegelijkertijd erkent hij dat andere EU-landen minder ver zijn met de voorbereidingen, waardoor “het gelijke speelveld binnen de Unie aangetast zou kunnen worden” als de wet op tijd zou ingaan.
Het kabinet benadrukt wel dat de Europese Commissie sneller duidelijkheid had moeten geven aan bedrijven en overheden. “Een betrouwbare en voorspelbare overheid is cruciaal voor het goede functioneren van internationale handel,” aldus Nederland. De hoop is nu dan ook dat de problemen volgend jaar december opgelost zijn en de wet uiteindelijk – ondanks het uitstel – ingaat zoals gepland.
Volg de Brusselse avonturen van klimaatminister Sophie Hermans en van beoogd Eurocommissaris Wopke Hoekstra. Elke vrijdag ontvang je een overzicht van de laatste ontwikkelingen van Bijou van der Borst. Abonneer je hier.