Tijdens het ondernemersdebat van BNR, dat mede mogelijk is gemaakt door VNO-NCW en MKB-Nederland, is die Europese regeldruk een belangrijk thema. Jacco Vonhof van MKB-Nederland zegt dat de regeldruk voor ondernemers flink gegroeid is: de afgelopen vijf jaar kwamen er vijf pagina’s aan regelgeving per werkdag bij.
Europarlementariër Bas Eickhout (GroenLinks/PvdA) reageert: “De hoge regeldruk is een mantra geworden. Veel van die pagina’s met wetgeving geven uitleg bij die wetgeving. De regeldruk wordt overdreven. Die regelgeving komt bedrijven ten goede.” Eickhout denkt dat het probleem vooral bij rapportageverplichting ligt, bijvoorbeeld over milieukwesties. Die moeten volgens hem zoveel als mogelijk worden samengevoegd en gestroomlijnd.
Meer EU
De VVD en D66 vinden de regeldruk wel een probleem. Zij zien meer macht naar de EU als de oplossing. De partijen willen dat er minder richtlijnen komen en meer verordeningen. Want dit zorgt voor meer stroomlijning. Iets waar MKB-Nederland ook al langer voor pleit.
Richtlijnen zijn op het moment de meest voorkomende wetten in de EU. Bij richtlijnen wordt een doel opgesteld, bijvoorbeeld het halveren van pesticiden in 2030. Alle landen zijn vervolgens vrij om zelf in te vullen hoe ze dat doel gaan halen. Dat leidt dus tot verschillende regels, wetten en normen in alle landen. Bij een verordening bepaalt de EU zelf het doel en hoe dat behaald moet worden. Bijvoorbeeld welke pesticiden wel of niet mogen worden gebruikt. Dat leidt tot een eenduidige wet die in alle lidstaten hetzelfde is. Minder regels dus.
Maar waarom zijn er dan zoveel richtlijnen in plaats van verordeningen? Het antwoord: subsidiariteit. Dat is een belangrijk begrip in het Europees recht. De lidstaten weten zelf het beste wat goed is voor hun land en wat wel of niet werkt, dus daar kan de EU zich het beste zo min mogelijk mee bemoeien. Een concept wat veel politieke partijen, zoals NSC en BBB, hoog in het vaandel dragen. Zo wil NSC dat de Tweede Kamer subsidiariteit actiever gaat toetsen bij regelgeving uit de EU en de BBB dat de EU teruggaat naar de kern van subsidiariteit. Iets waar het bedrijfsleven dus helemaal niet op zit te wachten.
Malik Azmani (VVD) en Gerben-Jan Gerbrandy (D66) zien die subsidiariteit ook niet zitten en willen juist dat de EU bepaalt hoe de wetten eruit moeten zien in alle landen. “Ik wil voorkomen dat Nederlandse ondernemers over de grens gaan zitten omdat het in Duitsland veel aantrekkelijker is”, zegt Azmani bij het BNR-debat. “Dus meer verordeningen dan richtlijnen.” Gerbrandy sluit zich daarbij aan: “Nederlandse ondernemers zijn hyperactief in de interne markt, die worden hol en dol van al die verschillende regeltjes in alle landen.”
Eén erin, één eruit
De VVD-lijsttrekker vindt ook regels schrappen geen probleem, zeker voor MKB-bedrijven. Als voorbeeld geeft hij het plantenpaspoort. Dat is een set aan informatie die bedrijven verplicht moeten geven bij het verhandelen van bepaalde planten of zaden. Voor grote bedrijven snapt Azmani dat wel, maar kleine bedrijven zijn volgens hem te veel mankracht daaraan kwijt. Als het aan hem ligt, wordt het “één regel erin, één regel eruit.” Een ambitie die de huidige Europese Commissie ook heeft, maar waarvan niks terecht is gekomen. Later doet hij er een schepje bovenop en wordt het “één regel erin, twee eruit.”
“Die uitspraak past in de categorie ‘symboolpolitiek’,” volgens Eickhout.“Het merendeel van de regels zijn er voor de interne markt waar onze ondernemers zo van profiteren. Die symboolpolitiek ‘van één erin één eruit. Nee, één erin, twee eruit. Wie biedt er meer?’ Kom op jongens.”