Iedere maandag zit ze in Middelburg aan tafel met de gedeputeerde en de commissaris van de Koning van Zeeland. De rest van de week is ze in Brussel en verplaatst ze zich door de Brusselse bubbel voor allerlei overleggen, evenementen en borrels. Johanna Neyt is al vijf jaar lang lobbyist voor de provincie Zeeland. Een drukke baan waar behoorlijk wat kennis voor nodig is.
“Ken je iemand?”
Voor Neyt in Brussel belandde, was ze journalist voor de VRT, de Vlaamse NOS. Ze was correspondent in India, Zuid-Afrika en Oostenrijk voor ze naar haar geboorteland terugkeerde en de wereld van de belangenbehartiging indook. Haar eerste stap in het lobbyistenleven.
Ze werkte voor Voka, een combinatie van de Kamer van Koophandel en de Vlaamse VNO-NCW, toen ze door een diplomaat benaderd werd. “Ken je niet iemand die als lobbyist zou kunnen werken voor de provincie Zeeland?” Het duurde niet lang voor Neyt realiseerde dat ze zelf aan alle eisen in de vacature voldeed.
Mening van de regio’s
Iedere provincie heeft lobbyisten zoals Neyt in Brussel rondlopen. Namens de provincie blijven ze op de hoogte van de laatste ontwikkelingen, onderhouden ze belangrijke relaties met beleidsmakers en bestuurders en proberen ze hier en daar Europese wetgeving naar de hand van hun provincie te zetten. Vooral deze week is belangrijk. Het is de ‘Europese week van regio’s en steden’ en dat betekent dat de beleidsmakers waar Neyt voor werkt, in Brussel zijn.
“Alleen de regionale overheden weten echt wat er regionaal speelt”, legt Neyt uit in een kantoortje van het Huis van de Nederlandse Provincies, het hoofdkwartier van waaruit al die provinciale lobbyisten opereren. De EU is gebaat bij de mening van de regio’s, vindt Neyt. Immers, als Brussel alleen naar Den Haag zou luisteren, zou alleen de Randstad er baat bij hebben.
Het is daarom dat provincies hun uiterste best doen om de vinger op de pols in Brussel te houden en de impact van Europese wetgeving juist voor hun gebied op de kaart te zetten bij Europese beleidsmakers. En omdat het effectiever is, doen ze dat best veel samen. Neyt bekommert zich vooral om zaken die in Zeeland spelen, toch is ze twintig procent van haar tijd kwijt aan landelijke kwesties, legt ze uit.
Speciale clausule PFAS
Zo is er PFAS. Dat zijn kleine chemische deeltjes die steeds vaker teruggevonden worden in de natuur en slecht kunnen zijn voor de gezondheid van mens en milieu. Ze worden veel gebruikt. Het meest bekende voorbeeld is het gebruik ervan in anti-aanbaklaag in pannen. De deeltjes laten op den duur los en belanden via het eten dat in de pan gebakken werd in de mens. Nederland wil een verbod, maar PFAS-stoffen zijn ook bruikbaar in het proces dat waterstof opwekt. En op die stof wil de EU en Nederland hard inzetten. Waterstof is inmiddels het wondermiddel geworden. Het middel dat de EU kan helpen klimaatneutraal te worden.
Alle Nederlandse kustprovincies zijn bijvoorbeeld aangesloten bij Hydrogen Europe, legt Neyt uit. Een organisatie waar zowel bedrijven als lokale overheden lid van zijn en het is een directe gesprekspartner van de Europese Commissie. Hoe wetgeving van de Commissie over waterstof eruit gaat zien is dus deels afhankelijk van Hydrogen Europe en het advies dat zij de Commissie geven. En hier is een rol voor lobbyisten als Neyt weggelegd. Aan de ene kant willen de provincies graag aan de slag met waterstof, aan de andere kant willen ze geen PFAS in de natuur. Wat doe je dan?
“Dan gaan we in gesprek met Hydrogen Europe”, legt Neyt uit. “Onze bestuurders zijn politiek verkozen mensen”, gaat ze verder. “Die willen economische vooruitgang, maar ook niet aangesproken worden op het feit dat ze zomaar PFAS-stoffen toelaten.” Er zit dan dus niks anders op voor Neyt en haar collega’s om te overleggen met Hydrogen Europe en het standpunt van de Nederlandse provincies duidelijk te maken. Het resultaat is dus een speciale clausule in het uiteindelijke advies aan de Commissie dat duidelijk maakt dat PFAS in Nederland ook bij de productie van waterstof niet wenselijk is.
Aandacht stijging zeespiegel
Grote landelijke kwesties zoals PFAS behandelt ze samen met collega’s van andere provincies. Maar dat geldt niet voor alle kwesties. Er zijn genoeg zaken die alleen voor haar provincie belangrijk zijn. Zo is er de stijging van de zeespiegel en de verzilting van het land die hand in hand gaan. Doordat de zeespiegel stijgt, komt er steeds meer zout in het grondwater terecht. Dat is een uitdaging voor de boeren in Zeeland. Gewassen kunnen niet groeien in te zoute grond. Er wordt dus onderzoek gedaan naar oplossingen, maar ook bij de Europese Unie aangeklopt.
De zaak zit nog vroeg in het proces. In de beleidsdocumenten van de Europese Commissie is nog niets over verzilting van de grond in Zeeland terug te vinden. Dat betekent dat Neyt hard aan de slag moet. Bij de volgende Commissie, die we natuurlijk na de verkiezingen van volgend jaar verwachten, wil Neyt aandacht voor de stijging van de zeespiegel in het beleidsdocument. Dat geeft lobbyisten namelijk een soort stok om mee te slaan om de Commissie aan te zetten tot verdere actie.
Vooralsnog is het dus een kwestie van bewustzijn creëren. “We hebben vorig jaar bijvoorbeeld mensen uit de milieucommissie langs laten komen om te laten zien hoe we omgaan met zeespiegelstijging”, zegt Neyt. Zo worden de eerste zaadjes in Brussel geplant. Politici krijgen te horen over de problemen waar boeren tegenaan lopen en leren over manieren waarop de provincie het probleem bestrijdt. Straks, als de verkiezingen geweest zijn, en de Commissie gaat bepalen op welke zaken het zich de volgende vijf jaar richt, is er, als alles goed gaat, dus al wat bewustzijn en kan er daarna ingezet worden op daadwerkelijke Europese maatregelen of subsidies om de provincie te helpen.
Spel in Brussel
Het is soms een ingewikkeld proces. Dat weet Neyt ook. Ze werkt al meer dan tien jaar in Brussel en weet hoe traag het hier soms werkt. In het geval van de verzilting is de provincie Zeeland er vroeg bij. Daarvoor moet je het spel in Brussel wel een beetje kennen, legt Neyt uit. Processen kunnen jaren duren en op het juiste moment actie ondernemen kan doorslaggevend zijn voor lobbyisten zoals zij. Nu alvast inzetten op bewustwording van de gevolgen van de zeespiegelstijging voor Zeeland, maakt dus deel uit van een plan.
Het is ook de taak van lobbyisten om alvast vooruit te kijken, legt ze uit. Politici zijn vaak bezig met zaken die op dat moment spelen. Terwijl je als lobbyist wel echt vooruit moet kijken om dingen in Brussel gedaan te krijgen.