12 miljard euro: dat is het bedrag dat Europese consument elk jaar misloopt door zijn kapotte producten weg te gooien in plaats van ze te laten vervangen. Met de 35 miljoen ton aan afval die dit jaarlijks veroorzaakt, is het bovendien erg belastend voor het milieu. En daar is de Europeaan zich ook bewust van: uit onderzoek blijkt dat 77 procent de voorkeur geeft aan repareren boven vervangen.
Bijna unaniem stemde het Europees Parlement dan ook in met de nieuwe regels die repareren aantrekkelijker moeten gaan maken. 590 Europarlementariërs stemden voor, 15 stemden tegen.
“Hiermee besparen we met z’n allen een hoop geld, letten we op het milieu en stimuleren we bedrijven om duurzamer om te gaan met producten”, vertelt VVD-Europarlementariër Catharina Rinzema.
Garantie
Concreet is het de bedoeling dat verkopers, wanneer een product stukgaat binnen de garantieperiode, verplicht voor reparatie kiezen als dat goedkoper of even duur is als een nieuw product aanbieden. Wanneer reparatie praktisch niet haalbaar of onhandig is voor de klant, kan de verkoper toch een nieuw product aanbieden.
Wellicht wordt dit tijdens de onderhandelingen met de lidstaten een van de belangrijkste discussiepunten. Mogelijk kiezen de lidstaten ervoor om repareren enkel aantrekkelijker te maken zonder de verkopers te verplichten. Op 22 november nemen de lidstaten onderling hun standpunt officieel aan. Pas dan kunnen die onderhandelingen beginnen.
Ambitieuzer dan de Commissie
Op sommige vlakken is het standpunt van de Europarlementariërs ambitieuzer dan het wetsvoorstel van de Europese Commissie. Zo willen zij de wettelijke garantieperiode verlengen van twee naar drie jaar. Maar ook wanneer de garantieperiode verstreken is, moeten consumenten hun producten kunnen laten repareren, tenzij dit wettelijk of praktisch onmogelijk is. In het bijzonder moeten producten zoals wasmachines, vaatwassers, maar ook smartphones of fietsen hierdoor veel langer meegaan. Bij reparaties die lang duren, moeten consumenten daarbovenop de mogelijkheid krijgen om een vervangend product te gebruiken.
Op dit moment zijn reserveonderdelen vaak peperduur. De fabrikant wil immers liever een nieuw product verkopen dan een reserveonderdeel. Het Europees Parlement wil daarom dat marktautoriteiten hier tegen kunnen optreden. Ook trucjes waarbij de software van je telefoon of printer het bijvoorbeeld niet meer doet wanneer je iets laat vervangen door een onafhankelijke reparateur, wil het Europees Parlement verbieden.
“Met deze nieuwe wet wordt het makkelijker, voordeliger en duurzamer om kapotte producten te repareren”, vat Europarlementariër Catharina Rinzema het samen. “Dat doen we onder andere door de reparatiemarkt te stimuleren en ook komen er meer reserveonderdelen. Het moet ook aantrekkelijker worden voor repaircafés en kleinschalige reparateurs om gewoon hun werk te doen: geen onnodige administratie meer.”
Van het inflatiespook tot het coronaherstelfonds, elke woensdag ontvang je een overzicht van de laatste ontwikkelingen.