Tijdens de coronapandemie kreeg de Europese Generatie Z (mensen geboren vanaf 1995) voor het eerst te maken met reisbeperkingen tussen de Europese lidstaten. Vrijheid van verkeer tussen lidstaten is iets waar Europese burgers recht op hebben: het is afgesproken in de Europese verdragen. Het is ook hét aspect dat Europese burgers uit alle lidstaten het meest waarderen aan de Europese Unie, nog meer dan de euro en de vrede.
De Europese Commissie moet erop toezien dat de reisregels worden nageleefd door de Europese lidstaten. Maar, concludeert de Europese Rekenkamer nu: dat is tijdens de coronapandemie niet voldoende gebeurd. De verschillende vormen van grenscontroles die de lidstaten instelden vanaf maart 2020, strookten niet altijd met de Schengenafspraken die vrijheid van verkeer moeten waarborgen.
De Rekenkamer wijst ook op de “gebrekkige coördinatie” tussen de Europese lidstaten: elk land pakte het op zijn eigen manier aan, een aanpak die niet in alle gevallen overeenkwam met de richtlijnen van het Europees Centrum voor ziektepreventie en -verspreiding (ECDC). Er is vanuit Brussel wel geprobeerd om de reisregels op elkaar af te stemmen via het Europees platform Re-open EU, opgezet in juni 2020. Maar succes bleef uit, concludeert de Rekenkamer: de Europese lidstaten werkten niet voldoende mee.
Race tussen virus en bureaucratie
De Europese Commissie had beter moeten controleren of de reisbeperkingen die de verschillende lidstaten oplegden “relevant en gerechtvaardigd” waren, vindt Rekenkamerlid Baudilio Tomé Muguruza. De verantwoordelijkheid ligt evenwel niet geheel bij de Europese Commissie: de Europese lidstaten moeten meewerken. Als een land beperkingen instelt voor het vrije verkeer, moet dat land die maatregelen doorgegeven aan Brussel. Brussel moet die plannen vervolgens goedkeuren.
De Europese Commissie heeft 150 keer zo’n plan ontvangen, laat de Rekenkamer weten. De plannen bestonden bijvoorbeeld uit test- of quarantaineverplichtingen, of inreisverboden met uitzonderingen voor hoge nood. Die bleken slecht onderbouwd. Geen enkel voorstel bevatte voldoende onderbouwing voor de proportionaliteit van de maatregel, of het bewijs dat de maatregelen echt een laatste optie waren. Na opheffing van de inreisbeperkingen, ook vóór de coronaperiode, ontving de Europese Commissie ook lang niet alle vereiste evaluaties van de Europese lidstaten.
Baudilio Tomé Muguruza toont ook begrip voor de gebrekkige controle door de Europese Commissie en beperkte meewerking van de verschillende lidstaten: “Het virus ging een stuk sneller” dan het bureaucratische proces.