Komt er een nieuwe coalitie in Europa? En wat is dat dan voor samenwerking en wie doet er mee?

Het woord dat de komende tijd steeds vaker zal vallen: ‘coalitie’. Net als in Nederland spreken we in Brussel van ‘coalitiepartijen’, maar in Brussel zit dat toch net even anders. We leggen het uit.

5 min. leestijd
European Parliament in Brussels, Belgium.

Deze week krijgen we eindelijk meer duidelijkheid over wie straks in de nieuwe Europese Commissie zit. Dinsdag presenteert Ursula von der Leyen naar verwachting de namen en de portefeuilles. Een belangrijke dag dus. Maar het is ook het startschot voor het Europees Parlement.

Wanneer Europarlementariërs weten welke landen en welke Europese fracties de verantwoordelijkheid krijgen over welke thema’s (zoals landbouw, handel of concurrentievermogen) is voor hen duidelijk wat de lijn van de Commissie de komende vijf jaar gaat zijn. Het moment dus waarop fracties kunnen bepalen of ze de Europese Commissie willen steunen, en met wie ze wel en met wie ze niet een coalitie willen vormen.

Brusselse coalitie

Let op: een Brusselse coalitie is anders dan in coalitie in Nederland. De Commissie zal in de praktijk bestaan uit politici van verschillende politieke families. Denk aan de christendemocratische familie van Ursula Von der Leyen (EVP) en de sociaaldemocraten van Frans Timmermans (S&D). Die groep van samenwerkende politieke families – de afgelopen jaren dus de EVP, S&D en liberale Renew – bepaalt de richting van de EU.

Maar een formele coalitie is het niet. Hetzelfde gebeurt in het Europees Parlement. Voor de zomer sprak GroenLinks/PvdA-lijsttrekker en leider van de Groenen-fractie in het Europees Parlement, Bas Eickhout, de wens al uit om meer aan de tekentafel te zitten. Samen met EVP, S&D en Renew dus. Hij noemde het overigens geen ‘coalitie’ maar een ‘four-party-majority’. Want nauwe samenwerking tussen coalitiepartijen in het Europees Parlement betekent een voorsprong op de andere fracties.

Hoe werkt dat dan?

Het Europees Parlement bestaat uit verschillende fracties. De EVP bijvoorbeeld, uit Nederland zijn daar het CDA, BBB en NSC bij aangesloten. Binnen het EVP werken de Nederlandse partijen samen met de Duitse CDU, maar ook andere christendemocratische partijen uit Europa. Dan is er ook S&D, de sociaaldemocraten. Daar is de PvdA bij aangesloten. GroenLinks, dat een verkiezingslijst deelde met PvdA, is dan weer aangesloten bij de Groenen. Daar zit ook de Nederlandse Volt-delegatie in. D66 en de VVD zitten bij de liberale Renew-fractie.

De afgelopen vijf jaar vormde de EVP, S&D en Renew een soort informele coalitie. In de praktijk betekent dat dat er nauw contact is tussen de partijen. Wanneer de Europese Commissie een wetsvoorstel doet, zitten de partijen eerst samen aan tafel, niet altijd overigens, om onderling de wateren te testen. Dat geeft ze een voordeel als ze later moeten gaan onderhandelen met andere fracties, zoals de conservatieve ECR of de radicaal-rechtse PvE-fractie, waar de PVV sinds de verkiezingen bij aangesloten is.

Die gesprekken vinden niet alleen in de top van de fracties plaats, tussen partijleiders bijvoorbeeld, maar ook op een lager niveau: fracties kiezen zogeheten ‘rapporteurs‘ om de leiding te nemen wanneer het Europees Parlement stemt over nieuwe wetsvoorstellen. En ook daar weten ‘coalitie’-partijen elkaar sneller te vinden. Ook dat geeft deze fracties een voorsprong op de fracties die overblijven. Een ‘oppositie’ mogen we de overige fracties niet noemen, laat een oud-Europarlementariër ons weten.

Coalitie zoekt meerderheid

Hoe de volgende ‘coalitie’ in het Europees Parlement eruit gaat zien wordt de komende weken duidelijk. Zodra de namen en Commissieportefeuilles gepresenteerd zijn weten fracties waar ze aan toe zijn en of ze de Europese Commissie willen steunen. Vooralsnog lijkt het erop dat EVP, S&D en Renew nog steeds samen door willen. Maar om ook daadwerkelijk een meerderheid te vormen wanneer het Europees Parlement stemt, heeft de coalitie hulp nodig.

Die hulp is zowel aan de linkerkant als de rechterkant te vinden. De Groenen hebben al laten weten constructief mee te willen doen. Dat zou goed uitkomen voor de linkerkant van het Europees Parlement, want dan hoeft de coalitie geen hulp te zoeken aan de conservatieve rechterkant. De ECR bijvoorbeeld of de radicaal-rechtse fractie waar de PVV bij zit.

Politiek spel

Maar of de Groenen van Eickhout dat lukt moet nog blijken. Vooral voor de christendemocratische EVP, nog steeds de grootste fractie in het Parlement, kan het handig zijn om de ‘coalitie’ nog informeler of flexibeler te maken dan de afgelopen vijf jaar. Stemt het Parlement over groene wetgeving, maar wil het EVP de duurzame ambities temperen, dan zouden de christendemocraten naar de conservatieven kunnen stappen. Komt er wetgeving over steun aan Oekraïne en lijkt de rechterkant er weinig voor te voelen, dan zoeken ze de hulp van de Groenen.

De fracties in het Europees Parlement zullen de komende weken gaan onderhandelen over wie in de coalitie komt te zitten. Een politiek spel dus waarin fracties zoveel mogelijk toezeggingen proberen te krijgen op voor hen belangrijke beleidsgebieden maar ook over wie de coalitie als bondgenoot ziet als ze een meerderheid nodig hebben. Een voorbeeld: de EVP mag dan wel flexibiliteit willen en af en toe steun zoeken aan de rechterkant, maar de sociaaldemocraten van S&D kunnen de steun van de Groenen goed gebruiken. Die zullen hun gewicht in de strijd gooien om de EVP zover te krijgen toch met de Groenen in zee te gaan.