Nederland wil dat de EU visumbeperkingen oplegt aan niet-EU-landen die niet meewerken aan de terugkeer van migranten. Ook zou de EU importtarieven moeten verlagen of verhogen afhankelijk van de samenwerking met een terugkeerland.
Deze week komen EU-ministers van Justitie bij elkaar om te praten over het EU-terugkeerbeleid. Ondanks een kleine stijging in het aantal uitgeprocedeerde asielzoekers dat terugkeert naar eigen land, ligt dat aantal volgens EU-landen niet hoog genoeg. Elk jaar krijgen zo’n 300.000 migranten te horen dat ze de EU moeten verlaten, maar slechts 21 procent daarvan gaat daadwerkelijk terug naar eigen land.
Terugkeerdeals
Al sinds 2004 maakt de EU afspraken met landen buiten de EU om eigen burgers terug te nemen. Zo’n deal werd als eerste gesloten met Hong Kong bijvoorbeeld, maar later ook met landen als Pakistan (2010) en Turkije (2016). De laatste overeenkomst sloot de EU in 2020 met Wit-Rusland. De EU hoopt met meer landen soortgelijke afspraken te maken, maar dat is niet altijd even makkelijk.
Landen weigeren bijvoorbeeld reisdocumenten te verstrekken aan migranten in de EU, die de terugreis mogelijk moeten maken. Nederland en Marokko tekenden een akkoord in 2021. Nederland zou zich niet meer bemoeien met Marokkaanse binnenlandse aangelegenheden en de komst van een Marokkaans cultureel centrum in Amsterdam steunen. In ruil zou Marokko beter meewerken aan het terugnemen van Marokkaanse onderdanen. In 2023 concludeerde de NOS dat de afspraak met Marokko maar beperkt succes boekte.
Meer maatregelen
Er moet dus meer gedaan worden, zegt het kabinet. Tijdens de justitievergadering in Luxemburg zal het kabinet inzetten op het gebruik van visummaatregelen. De EU kan een land dat niet meewerkt aan de terugkeer van eigen burgers visumbeperkingen opleggen. Dat betekent dus dat mensen uit dat land minder makkelijk naar de EU kunnen reizen. Het idee is niet nieuw, in juli 2023 stelde de Europese Commissie al voor om Ethiopië visumbeperkingen op te leggen omdat het land niet meewerkte.
Een ander drukmiddel is importheffing, denkt het kabinet. Via het Algemeen Preferentieel Systeem (APS) kan de EU ontwikkelingslanden tariefvoordelen geven. Daarmee kunnen bedrijven of personen in de EU goedkoper spullen uit dat land inkopen. Ze betalen immers minder tarieven tijdens het importeren. Maar, zegt het kabinet, het APS moet gebruikt kunnen worden om ontwikkelingslanden te dwingen tot medewerking. Ligt een ontwikkelingsland dwars bij het terugnemen van eigen burgers, dan genieten ze ook minder tariefvoordelen.
In het stemhokje is het een thema dat veel kiezers bezighoudt, nationale politici raken er niet over uitgepraat en het is nou net iets waarover vooral op Europees niveau wordt besloten: migratie. Daarom praat redacteur Meike van Noortwijk je elke twee weken bij over wat er in de Europese Unie op het vlak van migratie gebeurt – en wat dat voor Nederland te betekenen heeft. Abonneer je hier.