Joris Thijssen (Pvda) stelde grote vraagtekens bij het onderzoek van de NEa. Het onderzoek werd uitgevoerd omdat er volgens de Stichting Onderzoek Multilaterale Organisaties (SOMO) veenbos werd gekapt voor de productie van biomassa. Dat zou in strijd zijn met de duurzaamheidseisen van Nederland.
Het SOMO-onderzoek, in opdracht van Greenpeace Nederland, baseert zich volgens Thijssen op empirische bevindingen en werkte samen met lokale partners, terwijl het NEa-onderzoek niet in Estland is geweest. “Het gaat om een bureauonderzoek, waarbij NEa zich baseert op data vanuit Estland, maar ze zijn zelf nooit op locatie geweest. Dat terwijl er sterke aanwijzingen zijn dat er in Estland duurzaamheidsregels worden overtreden.”
Controlesysteem
Jetten zegt toe dat hij nogmaals naar het onderzoek zelf zal kijken. Hij wil dat in combinatie doen met een aanscherping van het controlesysteem op duurzaamheidseisen, zoals ook de NEa voorstelt. “Of de NEa veldwerk uitvoert of dat het ergens anders in de controleketen komt, maakt niet uit. Er moet vooral geen mist zijn over de controle.” Jetten komt voor de zomer met een reactie op de uitvoering van het NEa-onderzoek en een concrete uitwerking van de aanbevelingen.
Daarnaast wil Jetten aanscherpingen van de duurzaamheidseisen in Europa. Nederland wil een strenger beleid waarin de natuur beter beschermd wordt. Hij gaat daarom pleiten bij zijn Europese collega’s voor strengere duurzaamheidscriteria.