Mogelijk dat het stellen van een prijsplafond voor elektriciteit die niet met gas wordt opgewekt een ontoelaatbare inbreuk is op de contracten die zijn gesloten met de energiebedrijven. Dat zegt Jetten na afloop van de wekelijkse ministerraad in Den Haag.
Deze week kwam de Europese Commissie met historische voorstellen om de financiële gevolgen van de hoge elektriciteitsprijs voor burgers te dempen. Een van de plannen is het stellen van een maximum aan het bedrag dat energiebedrijven ontvangen voor het produceren van bijvoorbeeld duurzame energie.
De zogenaamde inframarginale cap komt te liggen op 180 euro per megawattuur. Alles boven die prijs moeten de energieopwekkers afdragen aan de fiscus. Het geld moeten de lidstaten in de plannen van de Commissie gebruiken om de lasten van burgers te verlichten.
Tussen droom en daad
Maar vandaag zegt Jetten dat het zo simpel nog niet is om de inframarginale cap in te stellen. “Voor toekomstige projecten is dat, denk ik, makkelijk te implementeren, maar voor alles wat er al staat in Nederland moeten we even goed kijken hoe dat verstandig kan”, zegt Jetten tegen de parlementaire pers.
Hij vreest dat de noodmaatregel de investeringszekerheid in gevaar brengt van de bedrijven die hebben geïnvesteerd in de windparken op zee. Een van de redenen dat de duurzame energie in Nederland snel kon opschalen is volgens Jetten de investeringszekerheid die bedrijven hier hebben dankzij langjarige leveringscontracten. “Als je met terugwerkende kracht de spelregels gaat veranderen, dan kan dat impact hebben op de energietransitie”.
Op de vraag of het juridisch überhaupt kan, zei Jetten: “Dat is een van de punten om uit te zoeken”.
Praktische bezwaren
Los van mogelijke juridische problemen is de heffing volgens Jetten voor Nederland ook praktisch moeilijk uit te voeren. Anders dan andere lidstaten, zijn op de Nederlandse energiemarkt tientallen (soms hele kleine) bedrijven actief. Het is een kluwen van producenten en handelaren die moeilijk te ontwarren is. Dat maakt het bijvoorbeeld ingewikkeld te bepalen wie de heffing zou moeten betalen.
Jetten vertelt dat hij in gesprek is met de Europese Commissie over de praktische uitvoerbaarheid van het voorstel dat volgens Brussel al op 1 december in wetgeving moet zijn vastgelegd: “Hoe we tot een goede gemeenschappelijke aanpak komen, daarover zijn we met de Commissie in gesprek”.