Tegen 2030 moet 45 procent van het energieverbruik van de Europese Unie uit duurzame energiebronnen komen. Dat is waar een meerderheid van de Europarlementariërs vandaag hun goedkeuring voor uitspraken. Bovendien wil het Europees Parlement tegen die tijd ook een energiebesparing van 14,5 procent zien.
Wat wel en niet onder de noemer ‘duurzaam’ zou vallen, stond lang ter discussie. Vooral biomassa zorgde voor de nodige controverse. Voorstanders beargumenteren dat bomen tijdens hun leven CO2 opnemen. Wanneer deze CO2 weer vrijkomt bij verbranding om energie op te wekken, zorgt dit dus niet voor méér uitstoot. Tegenstanders hekelen dan weer het feit dat er bossen worden gekapt voor deze energiebron.
Brandende bomen
Op het laatste moment veranderde het Europees Parlement haar mening over het label van biomassa. “We waren heel tevreden met de overwinning in de milieucommissie in het Europees Parlement. Biomassa zou niet meer gelden als duurzame energie. Onder druk van de christendemocraten zijn deze regels afgezwakt in de plenaire stemming”, duidt Europarlementariër Bas Eickhout (GroenLinks). “Het Europees Parlement wil dat subsidie verlenen niet meer kan, maar het verbranden van bomen mag voorlopig helaas nog steeds duurzaam worden genoemd. Wel is er afgesproken dat energie uit biomassa niet verder mag groeien en in de toekomst moet worden afgebouwd.”
Ook Europarlementariër Anja Hazekamp (Partij voor de Dieren) ziet de gebeurtenissen van vandaag met lede ogen aan: “Brussel maakt een grote fout door te kiezen voor het verbranden van bossen. Hoe belangrijker een foute energiebron als biomassa gemaakt wordt, des te moeilijker het wordt om er weer vanaf te komen.”
Daarbovenop ziet Hazekamp nog een bijkomend probleem: “Ook laat deze Europese wet nog steeds ruimte om biobrandstof die geproduceerd is met voedselgewassen te bestempelen als ‘duurzaam’. Wij willen absoluut niet dat er voedsel in de tank verdwijnt. Voor dit soort biobrandstoffen is bovendien veel landbouwgrond nodig. Dieren en planten sterven uit om maar genoeg landbouwgrond te creëren voor de productie van biobrandstof.”
