Met de voordracht van Hanneke Boerma tot staatssecretaris van Buitenlandse Handel krijgt Den Haag er niet alleen een ervaren diplomaat bij, maar ook iemand die Brussel als haar broekzak kent. “Een professioneel diplomaat en sterk netwerker, aangenaam in de omgang, met een goed begrip van de rol van het Europees Parlement en de EU”, aldus BBB-Europarlementariër Sander Smit. Dirk Gotink (NSC) voegt toe: “In het handelsconflict met de VS staat er voor Nederland veel op het spel. Goed dat iemand zoals Hanneke Boerma, met zoveel Europese ervaring, aan de slag gaat.”
Wie met Boerma heeft samengewerkt, weet dat ze niet alleen scherp is, maar ook benaderbaar en goed voorbereid. “Ze kent meteen je naam, heeft haar zaken goed op orde en bereidt zich uitstekend voor”, vertelt een medewerker van het Europees Parlement.
Diplomaat
Op dit moment werkt Boerma nog bij de Permanente Vertegenwoordiging van Nederland bij de EU in Brussel, de diplomatieke post die dagelijks de belangen van het kabinet in Brussel behartigt. Daar is ze verantwoordelijk voor het contact met het Europees Parlement. Ze volgt debatten op de voet, maakt scherpe analyses en houdt Den Haag op de hoogte van de laatste ontwikkelingen. Regelmatig spreekt ze Europarlementariërs bij over het Nederlandse standpunt. Niet alleen de Nederlandse, trouwens. Toen een collega haar vroeg of het vooral ging om het mobiliseren van Nederlandse parlementariërs, reageerde ze scherp: “Hoezo alleen de Nederlandse?”
Naast haar inhoudelijke werk weet Boerma ook verbinding te maken. Ze organiseert elke maand een grote netwerkbijeenkomst in Straatsburg, waar Europarlementariërs, journalisten en lobbyisten samenkomen in de bekende Zwanenbar.
Carrière
Boerma groeide op in Winschoten, zat op de middelbare school in Stadskanaal en studeerde rechten aan de Rijksuniversiteit Groningen. Daarna haalde ze haar master Europees recht aan het Europa College in Brugge. Sindsdien bouwde ze gestaag aan haar diplomatieke loopbaan: van de Nederlandse ambassade in Zuid-Afrika en de VN in New York tot aan het ministerie in Den Haag.