Groningen en Limburg strijden om niet-bestaande waterstofbank

Gisteren sprak Brusselse Nieuwe met de provincie Groningen en Limburg over de nieuwe Europese waterstofbank die zij beiden graag zouden willen huisvesten. Nu blijkt die bank – fysiek gezien – helemaal niet te bestaan. Hoe kon dit zo misgaan?

4 min. leestijd
(Bron foto: iStock)

Zowel Groningen als Limburg zagen het al helemaal zitten: een Europese waterstofbank in hun provincie. Zowel een mooie economische als imago-boost, die ook nog eens met een dikke vette investering in de lokale waterstofeconomie gepaard zou gaan.

Nu blijkt echter dat die bank helemaal geen kantoorruimte behoeft. “De provincies hebben verzuimd even met de Europese Commissie de plannen na te gaan voor ze zich kandidaat stelden”, stelt een Commissieambtenaar in een bericht aan Brusselse Nieuwe. “Er wordt geld gereserveerd om de productie van waterstof te ondersteunen via publieke veilingen. Dat vindt plaats via de al bestaande kanalen van het Innovatiefonds [het EU-fonds dat duurzame projecten financiert, red.]”.

De zogenoemde ‘bank’ is dus eigenlijk helemaal geen bank, maar gewoon een zak met geld die via veilingen zal worden uitgegeven aan groene waterstofprojecten. De kandidaturen van de provincies kunnen dus de prullenbak in. Maar hoe is het mogelijk dat de provincies hier niet van op de hoogte waren?

Financieel instrument

Dat Groningen en Limburg in hun enthousiasme de realiteit uit het oog zijn verloren, is in zekere zin wel te begrijpen. Vorig jaar al schreef Brusselse Nieuwe dat eigenlijk niemand precies wist wat de plannen voor de waterstofbank precies inhielden.

Na wederhoor bevestigt de Europese Commissie nogmaals dat de kandidaturen geen zin hebben. “De Europese waterstofbank wordt geen fysieke instelling, maar een financieel instrument dat binnen de Commissie zelf zal worden gebruikt.” Hoe het misverstand is ontstaan, durven zij niet te zeggen. “Wat andere mensen van onze plannen maken, daar kunnen we niet veel aan doen. Maar we gaan het uitzoeken”, laat een woordvoerder weten.

Het lijkt er dus sterk op dat het woord ‘bank’ een eigen leven is gaan leiden. Ook Brusselse Nieuwe heeft dat niet goed doorgehad. Toen Groningen en Limburg hun kandidatuur bekendmaakten, was echter al wel duidelijk dat het niet om een gehuisveste instelling zou gaan. De Europese Commissie geeft aan op hun site de bank zelf als een “gecentraliseerd veilingplatform” te willen beheren.

“Succesvolle bieders krijgen toegang tot de financiering [800 miljoen in eerste instantie, red.] uit het Innovatiefonds. Ook de lidstaten zouden via het platform kunnen bijdragen aan de ontwikkeling van groene waterstof.

Onduidelijkheid alom

Wanneer Brusselse Nieuwe dit tijdens een gesprek met een woordvoerder van de provincie Limburg voorlegt, stellen zij hier “geen weet” van te hebben. Ook kunnen zij niet zeggen of er contact is geweest met de Europese Commissie over de kandidatuur. “Wij hebben destijds vernomen dat het ging om een echte bank, en waren er van overtuigd dat Limburg een logische vestigingslocatie zou zijn.”

Daarnaast staat de woordvoerder erop dat de kandidatuur aan het kabinet bekend was gemaakt. Dit lijkt ook het geval te zijn geweest in Groningen. Hier was het nota bene de commissaris van de Koning René Paas die de bekendmaking deed tijdens een toespraak in Den Haag. Zowel het Rijk als de Commissie hebben de provincies, in het geval van Limburg een maand na hun kandidatuur, niet teruggefloten.

Wanneer Brusselse Nieuwe het ministerie van Economische Zaken vraagt naar de zaak, houdt zij de bal af: “Dit is iets waar jullie met de Commissie zelf over in gesprek moeten.” Wel wordt beloofd uit te zoeken wat de waterstofbank in hun papieren precies inhoudt. In een latere reactie geeft het ministerie aan dat “het idee van een fysieke bank niet bij ons bekend was en is ook in onze communicatie met de Europese Commissie nooit zo genoemd.”

De provincie Groningen laat weten dat zij blijven “pleiten voor een fysieke waterstofbank.”, ondanks dat daar vanuit de commissie momenteel geen plannen voor zijn. Dit ontkent de provincie overigens, er zou ” nog geen besluit genomen zijn over hoe de bank er concreet uit gaat zien.” Ze geven aan in gesprek te gaan met de Commissie.

Voor dit verhaal is er contact gezocht met de provincie Groningen, provincie Limburg, het ministerie van Economische Zaken en de Europese Commissie. Alle partijen hebben gesteld verder met de zaak aan de slag te gaan.