Frankrijk en Duitsland hebben eindelijk de strijdbijl begraven en hebben een compromis gevonden over nieuwe Europese regels voor de elektriciteitsmarkt. De Europese Commissie wil dat EU-landen elektriciteit gemakkelijker met elkaar kunnen delen en dat lidstaten meer gebruikmaken van groene energie.
Frankrijk en Duitsland lagen met elkaar in de clinch. Frankrijk wilde dat de regels ook zouden gelden voor nucleaire energie. Duitsland en andere landen wilden dat niet. Deze energie zou niet groen genoeg zijn. Dinsdag hebben ze dan toch een akkoord bereikt.
Stabieler
Na de Russische invasie van Oekraïne raakte de energievoorziening in de EU verstoord. Veel landen maakten gebruik van Russisch gas en er was niet de juiste infrastructuur voor het ene land om het andere land te helpen als er tekorten dreigden. Ook in Nederland stegen de energieprijzen enorm.
De Europese Commissie kwam met een wetsvoorstel. Financiële voordelen voor energieleveranciers en versterking van de infrastructuur om elektriciteit te delen. Daarmee zou de Europese elektriciteitsmarkt stabieler en betrouwbaarder moeten worden. Het had een snelle procedure moeten worden, maar de Commissie stuitte al snel op problemen.
Frankrijk en Duitsland kibbelen
Frankrijk is erg afhankelijk van nucleaire energie. Het land heeft 56 reactors en volgens het originele voorstel zouden ook die financiële voordelen krijgen.
Landen als Duitsland en Spanje zagen dat niet zitten. Nucleaire energie was volgens de landen niet groen genoeg. Frankrijk op haar beurt vreesde dat Duitsland het voorstel aan wilde passen om de eigen industrie, die vooral op zonne- en windenergie gericht is, een voordeel te geven.
Eindelijk een compromis
Dinsdag werd de knoop dus doorgehakt. De financiële voordelen die energieleveranciers krijgen via investeringen gelden voor zowel wind- en zonne-energie als voor nucleaire energie. Dat betekent dat EU-landen nu kunnen gaan onderhandelen met het Europees Parlement.
Het kabinet stond van begin af aan al positief tegenover het wetsvoorstel van de Commissie. “De stijgende energieprijzen raakten burgers en bedrijven hard”, zei minister van Klimaat en Energie Rob Jetten in maart al tegen de Tweede Kamer. Voor hem is het vooral belangrijk dat landen zelf kunnen kiezen in welke energie ze investeren. Zolang ze maar rekening houden met bestaande Europese regels om oneerlijke concurrentie tegen te gaan.
Meer over deze zes fases in het Europese besluitvormingsproces lees je hier.