Column Post uit Brussel: Europese professionals werken aan onze veiligheid

4 min. leestijd

President Poetin vecht voor een strategische buffer om Rusland. De politiek onrealiseerbare eis dat een aantal lidstaten van de Europese Unie uit de NAVO zouden moeten wil Rusland militair afdwingen. Hadden we geluisterd naar steeds bezorgdere geluiden van de lidstaten aan de rafelige Oostflank, dan hadden we ons in West-Europa voorbereid door harmonisatie van nationale legers. Helikopters, tanks, kleine wapens en militairen; Nederland en andere landen hebben ze wegbezuinigd, of juist dubbel. Het Verenigd Koninkrijk, een militair en qua inlichtingen cruciale Europese partner, vertrok tot overmaat van ramp uit de besluitvormingsstructuren van de Europese Unie. Inderhaast zijn zij deze week weer aangeschoven bij het diplomatieke-, en veiligheids-overleg.

Oorlog leek tot het verleden te behoren. Het spookbeeld van een “ Europees leger” werd bewust misbruikt om politieke mist te creëren. Sussende sleutelwoorden waren ‘soevereiniteit’, ‘gevoeligheid’ en ‘unanimiteit’.  De Europese Unie van na 24 februari is een andere. Het is een trein die doordendert: asiel, sancties, militaire leveringen. Elke dag nemen de 27 hoofdsteden nieuwe ingrijpende besluiten tot samenwerking – eensgezind.  Zelfs Hongarije doet niet moeilijk en de Europese Commissie (sterk in marktmacht maar qua personeel en bevoegdheden zwak in het Buitenlanddomein) probeert de lidstaten bij te benen. Twee observaties.

Militairen en diplomaten

Een: dat de professionals die de Veiligheidsmachinerie aanzwengelen van ver moeten komen, ligt mede aan institutionele obstakels. Er is in Brussel al een decennium vrijwel dagelijks overleg tussen nationale diplomaten en ambtenaren van NAVO en de Europese Unie; op en namens de Europese ministeries van Defensie en Buitenlandse zaken. Het mantra is dat bij het realiseren van vrede en veiligheid dubbel werk (duplicatie) moet worden voorkomen. De realiteit is dat NAVO-, en EU-professionals werken in verschillende gebouwen en werelden.

Waar de NAVO-organisatie zeven decennia van samenwerking heeft ingebed in cultuur en mensen, staat de defensiepoot van de EU in de kinderschoenen. De meeste defensiemensen, ook de Nederlandse, zijn in opleiding en in samenwerking “met de NAVO”. Hoewel er militairen in uniform vergaderen in het EU-raadsgebouw in Brussel waar de regeringsleiders vergaderen, vinden zij de diplomatieke wereld van de EU weinig concreet. Praktisch ingewikkeld is dat zes EU-lidstaten (Finland, Oostenrijk, Zweden, Ierland, Cyprus en Malta) geen NAVO lid zijn en de NAVO-lidstaten Albanië, Noord-Macedonië, Montenegro, het VK, Turkije, Noorwegen, de VS en Canada geen EU-lid. Het versleutelde NAVO-berichtenverkeer kan daarom feitelijk niet zomaar binnen de Europese Unie van 27 worden gedeeld. En hoe realiseren we het transport van tanks over zwakkere bruggen en rotondes? Voor deze “militaire mobiliteit” – een Nederlands initiatief in de Europese Unie – bestaan al decennia NAVO-standaarden. De afgelopen jaren is er al hard gewerkt om deze ook in de Europese Unie uit te rollen.

Tandenloze tijger

Ten tweede: oorlog verdraagt zich slecht met democratie. In normale tijden zijn er in ons parlement elke week wel één of meerdere Haagse debatten over de Nederlandse inzet in de Raden van ministers in de EU. Maar de Tweede Kamer kreeg op dag twee van de inval al nul op het rekest voor een debat met de minister-president, in verband met de zes uur durende Europese crisistop van regeringsleiders. De brieven van de regering stapelen zich op, maar deze week was het voor Kamerleden voorjaarsreces. Onbekend is of alle defensie- en buitenlandwoordvoerders van de 19 fracties (net als in de Eurocrisis of voorafgaand aan staatssteun aan KLM) door de regering achter gesloten deuren worden bijgepraat.  Onder de coalitiewoordvoerders is de steun verzekerd; met hen zal ongetwijfeld dagelijks informeel overleg zijn. Maar democratie betekent ook (of zelfs: juist) het informeren en respecteren van minderheidsbelangen. Het Europees Parlement, medewetgever in de interne markt, is op buitenlands gebied nog een tandenloze tijger.

Jarenlang bliezen politieke realisten en geopolitiek analisten bezorgd in tegen de politiek dominante Euro-kritische wind. De Europese landen moeten in de geopolitiek als één zijn, of de Unie zal niet zijn, waarschuwden partijen als Volt en D66. Maar de trend was afhoudend. Europese “samenwerking” moest de term integratie vervangen en Den Haag bruiste van weerspannig jargon als subsidiariteit, derogaties, betere regels en veto’s. De afgelopen week protesteerde gelukkig (bijna) niemand in politiek Den Haag meer tegen razendsnelle Brusselse besluitvorming, om Europa het veiligheids-been bij laten te trekken. Het is een somber gelijk, dat in tijden van rampspoed niemand tevreden incasseert. Godzijdank bleven de professionals in de praktijk steeds noest verder werken aan het repareren van onze gezamenlijke veiligheid.

Mendeltje van Keulen is onder meer praktijkprofessor Europa bij de Haagse Hogeschool. Van 2011 tot 2017 was zij griffier Europese Zaken bij de Tweede Kamer. Zij leegt voor Brusselse Nieuwe regelmatig de brievenbus van de Tweede Kamer en legt Europese voorstellen bovenop de stapel.

Het gras is altijd groener bij de buren.
Verken je horizon en ga ook eens vissen in een andere vijver!

Word lid Meer informatie