Europa onder de parasol | ‘The Brussels Effect’ of hoe de EU het geopolitieke wereldtoneel domineert

Zomerse leestip van redacteur Jasper Roorda.

3 min. leestijd

Terwijl Brussel het ene na het andere brandje onder de kibbelende lidstaten moet blussen, zien de Verenigde Staten en China hun macht enkel toenemen. Of dat is in elk geval toch vaak de perceptie. Anu Bradford, professor aan de Columbia Law School, presenteert in haar boek The Brussels Effect een verrassend tegengeluid. Ze stelt dat de EU nog steeds een invloedrijke supermacht is die de wereld naar haar hand zet. Zij het niet door militaire macht of economische dwang, maar door de kracht van haar regelgeving.

Vrijwillig

Bradford spreekt van het zogeheten Brussel-effect. In haar boek laat ze zien hoe EU-regelgeving de standaard voor de wereldwijde handel en industrie vormt. Dit Brussel-effect treedt op wanneer bedrijven er vrijwillig voor kiezen om EU-standaarden wereldwijd toe te passen, en niet enkel binnen de EU. Vaak is dat commercieel het meest voordelig. 

Het boek is opgedeeld in drie delen. Bradford begint met een theoretisch kader, gevolgd door praktijkvoorbeelden, en sluit af met een beoordeling van de gevolgen en de toekomst van dit effect. De auteur benoemt verschillende factoren die de EU in staat stellen haar regelgevende invloed uit te oefenen, waaronder de omvang van haar interne markt en haar vermogen om complexe regelgeving te ontwikkelen en te handhaven.

Bradford kijkt ook vooruit en vraagt zich af of opkomende machten, met name China, een vergelijkbaar effect zouden kunnen ontwikkelen. Ze concludeert dat, in elk geval voorlopig, de unieke combinatie van marktomvang en regelgevend vermogen van de EU moeilijk te evenaren is.

Veelgehoord cliché

In haar casestudies belicht Bradford hoe EU-normen doorwerken in diverse sectoren, van voedselveiligheid tot gegevensbescherming. Ze beschrijft hoe bedrijven, van Amerikaanse landbouwers tot technologiegiganten, hun praktijken aanpassen aan EU-standaarden, zelfs als hun belangrijkste markten elders liggen. Zo bespreekt ze bijvoorbeeld het effect van de Europese privacyregels op de Amerikaanse big tech-bedrijven.

Met de focus op regelgevende macht blijven andere vormen van internationale invloed, denk aan militaire of economische macht, immers onderbelicht. Daarbij rijst de vraag of deze indirecte machtuitoefening voldoende is om de EU als een echte ‘wereldmacht’ te bestempelen, zoals de ondertitel van het boek suggereert.

Amerika innoveert, China immiteert en Europa reguleert: het is een veelgehoord cliché in Brussel. Wie wil weten wat daar nu echt van aan is, moet dit boek lezen. The Brussels Effect nodigt uit tot een heroverweging van wat macht en invloed betekenen in de 21e eeuw, en hoe de EU, ondanks haar uitdagingen, een blijvende stempel drukt op de wereldwijde regelgeving.