Eurocommissaris Schmit niet onder de indruk van Ubers “dreigement”

Een interview met Eurocommissaris Nicolas Schmit over de Europese platformwet, het Europese minimumloon en de krapte op de arbeidsmarkt.

5 min. leestijd
Foto: Nicolas Schmit in Amsterdam, bron: EC AV PORTAL

Eurocommissaris Nicolas Schmit (Werkgelegenheid en Sociale Rechten) ging deze week op tournee door Nederland. Met onder meer een bezoek aan een Rotterdamse praktijkschool voor kwetsbare jongeren en een panelgesprek van vakbond FNV op de agenda, had hij een volle agenda. Gelukkig had hij na een debat over beroepsonderwijs ook nog tijd voor een gesprek met Brusselse Nieuwe. 

Uber

Een voor Nederland erg belangrijk onderwerp uit uw portefeuille is de nieuwe wet die schijnzelfstandigheid moet aanpakken bij platformwerkers, zoals Uber-chauffeurs. De lidstaten zijn de onderhandelingen met het Europees Parlement net gestart. Hoe verlopen die?

Het zijn taaie onderhandelingen en dat zal zo blijven. Maar ik heb er nog steeds vertrouwen in dat we het redden. 

Vorige week waarschuwde de Europese topvrouw van Uber nog dat de wet voor 50 tot 70 procent minder Uber-ritten zal zorgen in de EU.

Die uitspraak verraste me. Ofwel is Uber een bedrijf dat zich kan aanpassen aan een nieuwe situatie en zo de rechten van zijn chauffeurs garandeert, ofwel is Ubers systeem gebaseerd op het absolute minimum van sociale rechten en zullen ze vervangen worden. Er is nu eenmaal vraag naar de diensten die Uber aanbiedt. Daarom ben ik er zeker van dat iemand hierop kan inspringen, mét de gepaste standaarden. En als dat niet Uber zelf is, dan is dat de eigen keuze van het bedrijf. 

Sociale bescherming

Hebben andere platformbedrijven gelijkaardige zorgen?

Ik ga in gesprek met de bedrijven, zelfs deze week nog. Daarbij hebben we discussies over de manier waarop de wet zal worden toegepast. Maar een dreigement in de zin van “we stoppen met onze activiteiten in de EU” heb ik niet van andere bedrijven gehoord. 

In de wandelgangen wordt de wet al “een voorproefje” genoemd van een grotere herziening van de Europese regels over schijnzelfstandigheid onder zzp’ers. Klopt dat? 

Er gaat veel veranderen op de arbeidsmarkt. Het is duidelijk dat de mensen die werken voor nieuwe bedrijfsmodellen niet buiten het normale systeem van sociale bescherming mogen vallen. Als we dat zouden toestaan, waarom zou een bedrijf er dan nog voor kiezen om sociale bijdragen te betalen of zich aan arbeidsregels te houden, terwijl er ook een andere manier is? Dat is niet alleen sociaal oneerlijk, maar zorgt ook voor oneerlijke concurrentie.

Beroepsonderwijs

We zijn hier vandaag op een congres over het stimuleren van beroepsonderwijs. Waarom wilde u deelnemen?

Praktische vaardigheden zijn nog nooit zo belangrijk geweest. Zeker omdat we in een tijdperk leven van enorme veranderingen. We moeten mensen de middelen geven om zich aan te kunnen passen en van die veranderingen het beste te maken.

Ook moeten we ervoor zorgen dat steeds minder mensen beroepsonderwijs als minderwaardig zien ten opzichte van bijvoorbeeld een universitaire opleiding. We moeten tonen dat er verschillende paden zijn die naar interessante en succesvolle beroepen leiden. 

Het stimuleren van beroepsonderwijs speelt een belangrijke rol in het tegengaan van de arbeidstekorten die we in de EU zien, een van de belangrijkste opdrachten uit uw portefeuille. Op welke andere manieren kunnen we dat probleem aanpakken?

We moeten kijken naar diegenen die buiten het systeem vallen. Dat kunnen jonge mensen zijn die geen opleiding genieten, maar ook bijvoorbeeld vrouwen die terug de arbeidsmarkt op willen en dat niet kunnen omdat ze hun vaardigheden moeten bijwerken. Voor veel werknemers die van baan veranderen, zal het bijwerken van de vaardigheden sowieso cruciaal zijn. En daarbovenop zullen wij Europeanen ook arbeidsmigranten nodig hebben.

Toen u vorig jaar met een wetsvoorstel kwam om arbeidsmigratie naar de EU makkelijker te maken, uitte Europarlementariër Agnes Jongerius (PvdA) daar felle kritiek op. Ze benadrukte dat arbeidsmigranten vaak in schrijnende omstandigheden werken. En het voorstel hield daar geen rekening mee, zei ze. Een gemiste kans?

Het één sluit het ander niet uit. We moeten ervoor zorgen dat mensen in goede omstandigheden werken, goed betaald worden en democratische rechten genieten. Zonder die voorwaarden, kunnen we het ook niet over de arbeidstekorten hebben. De Europese Commissie werkt hieraan. We moeten de bescherming van kwetsbare arbeiders versterken.

Minimumloon

Iets anders dan: gisteren was u op een debat over de wet voor een Europees minimumloon. De lidstaten hebben tot eind 2024 om deze toe te passen. Hoe staan ze ervoor?

Sommige lidstaten zijn al aan de invoering begonnen. En door de hoge inflatie hebben veel landen hoe dan ook hun minimumloon al verhoogd. Ook Nederland heeft dat gedaan. Daarbij loopt de discussie of het niet meer had moeten zijn. Maar dat is een discussie die de regering met de sociale partners moet voeren. We hebben bewust veel ruimte in de wet gelaten zodat lidstaten zelf kunnen inschatten wat een gepast minimumloon is. Het is niet aan de Europese Commissie om dat te beslissen. 

Tot slot nog, als u mag dromen: waar staat de EU dan op sociaal gebied over tien jaar? 

Allereerst hoop ik dat we dan op sociaal gebied een meer verenigd Europa hebben. Minder onderscheid tussen de verschillende delen van Europa. Verder hoop ik dat we echt de sociale bescherming versterken van kwetsbare arbeiders, zoals arbeidsmigranten of seizoensarbeiders. En daarnaast moeten we inzetten op het bijwerken van vaardigheden. Veel beroepen zullen veranderen door de opkomst van nieuwe technologieën. Denk aan kunstmatige intelligentie.

En gaat u in de volgende Europese termijn zelf nog een rol spelen bij het uitvoeren van die plannen?

(lacht) Ik heb plannen voor de toekomst, maar geen plannen voor mezelf. 

Van het inflatiespook tot het coronaherstelfonds, elke woensdag ontvang je een overzicht van de laatste ontwikkelingen in onze nieuwsbrief De week van de Euro.