Het prijsplafond dat het kabinet instelt op de prijzen voor gas en elektriciteit scheelt een gemiddeld gezin 2280 euro per jaar. Dat is de schatting van energieminister Rob Jetten over het voorstel dat vandaag op Prinsjesdag is gepresenteerd. De bevriezing van de prijzen moet op 1 januari 2023 ingaan, maar de details zijn nog niet uitgewerkt.
In essentie lijkt het kabinetsvoorstel erg op het plan dat de oppositiepartijen PvdA en GroenLinks begin deze maand presenteerden. Het idee is om tot een bepaald gebruik de prijzen vast te zetten. Verbruiken gezinnen of kleine bedrijven meer dan 1200 kubieke meter gas of 2400 kilowattuur stroom, dan betalen ze over deze limiet de geldende marktprijzen.
Dat het kabinet besluit de prijs van het basisverbruik van gas en licht te maximeren, is een grote doorbraak. Maandenlang weigerde de regering op die manier in de grijpen in de energiemarkt. Dat het nu toch gebeurt, is het gevolg van twee gebeurtenissen, zegt Jetten vandaag in Den Haag. In de eerste plaats hebben de energiebedrijven laten weten dat een prijsplafond voor hen goed uitvoerbaar is. Daarnaast heeft de Europese Commissie vorige week de weg vrijgemaakt voor lidstaten om nationale prijsplafonds in te voeren.
Dat Jetten nu Europa als argument gebruikt voor het instellen van het prijsplafond is opmerkelijk. Juist het Nederlandse kabinet heeft zich in de Europese Unie verzet tegen nationale maatregelen. Vorige week zei staatssecretaris Hans Vijlbrief nog in Brussel dat Nederland ‘de prijs de prijs wil laten’. Nationale plafonds noemde hij ‘niet de slimste maatregel’.
Toen pleitte het kabinet nog voor het steunen van de burgers via een omweg: inkomensondersteuning met het geld dat opgehaald wordt met de noodheffingen op energiebedrijven en het zetten van een cap op wat Europa wil betalen voor het Russische aardgas. Minder zag Vijlbrief in het het direct ingrijpen op de hoogte van de consumentenprijzen.
Meneer Jetten, u zegt: we doen dit onder andere omdat het mag van de Europese Unie. Maar nu heeft uzelf en het Nederlandse kabinet zich in de Europese vergaderingen verzet tegen het nemen van nationale maatregelen. Waarom gebruikt u nu Europa als argument om het wel te doen?
“Er werden allerlei vormen van prijsplafonds voorgesteld. Nederland heeft altijd gewaarschuwd dat het niet mag leiden tot minder gasimporten naar Europa. Het mag ook niet leiden tot vertraging in de energietransitie. Het voorstel van de Europese Commissie van anderhalve week geleden was voor het eerst gericht op het ondersteunen van alle huishoudens via de energierekening.”
U was niet bij die vergadering over dat voorstel van de Commissie. Uw staatssecretaris, Hans Vijlbrief, wel. Hij zei na afloop tegen de pers dat Nederland niet aan de consumentenprijzen wil sleutelen. Nu gebeurt het toch?
“Daar had na de komma dan bij gemoeten dat het kabinet sowieso van plan was om bij de begroting vele miljarden uit te trekken voor ondersteuning van de koopkracht. In het oorspronkelijk Prinsjesdagplan deden we dat vooral via de energiebelasting. Nu hebben we een route gevonden om met al die miljarden vooral de mensen te ondersteunen die het hardste worden geraakt door de hoge prijzen”.
Dat zei hij inderdaad. En hij noemde het geven van inkomenssteun als alternatief. Maar een prijsplafond wees hij af.
“Wij hadden in Europa discussie over welke vorm van prijsplafonds het best zouden werken. Maar we hadden tot een paar weken geleden ook nog een ander issue in Nederland: we dachten dat we dit niet vanaf 1 januari zouden kunnen laten ingaan. Een aantal grote energiebedrijven gaf aan dat het misschien toch wel kan.”
Bent u blij dat de Belgen er zo hard voor hebben gepleit dat nationale prijsplafonds toch in het Europese maatregelenpakket terechtgekomen zijn?
“Nou, ik dank heel veel collega’s in Europa dat we samen optrekken in deze energiecrisis. Laten we niet vergeten dat door Russische agressie in Oekraïne Europa in de fik staat. We kunnen het in de Europese Unie alleen door goede samenwerking oplossen. Dat gaat over de vraag of we voldoende gas hebben en over welke prijs we ervoor betalen”.