Het Brusselse parlementsgebouw moet verbouwen. Het verzakt, het lekt, het vervalt, het voldoet niet meer aan de veiligheidseisen. Ongeveer dezelfde problemen als het Haagse Binnenhof, al is dat een complex met oorsprong in de middeleeuwen, en het Paul-Henri Spaakgebouw heeft een oorsprong in 1993. Ondanks dat leeftijdsverschil delen ze wel een vorm: die van de plenaire vergaderzaal.
De parlementsgebouwen in de wereld zijn er ruwweg in vijf vormen. Of ‘typologieën’, zoals dat in de architectuur heet. Dat is de conclusie van onderzoekers van het Amsterdamse architectenbureau XML. Zij vergeleken 193 (alle VN-landen) parlementaire plenaire vergaderruimtes, resulterend in het boek Parliament, uit 2016.
Wat zeggen die ruimtes over de democratie, de besluitvorming, de totstandkoming van wetten? Het klinkt wat overdreven, misschien zelfs arbitrair, om conclusies te trekken uit de vorm van vergaderzalen. Een kleine drie jaar geleden merkten de bewoners van het Haagse Binnenhof opeens: dat maakt uit, die omgeving. De parlementariërs nestelden zich die zomer in het nieuwe tijdelijke onderkomen aan de Bezuidenhoutseweg.
Vijf vormen
Daar ontbrak iets wat het Binnenhof wel had: een plek waar alle wegen zich kruisen. De wegen in het gebouw zijn gescheiden. Onverwachte gesprekken zijn er minder, merken Kamerleden en andere kamerbewoners.
In Parliament is per land te zien hoe de plenaire vergaderruimte is ingericht, en hoe die zaal past binnen het gebouw eromheen. Vijf vormen hebben de auteurs onderscheiden. Er zijn de tegenoverliggende banken, zoals in het Britse lagerhuis. Twee: de halve cirkel, afgeleid van het theater uit de oudheid. Drie: het hoefijzer, dat is een combinatie van de eerste twee. Dan is er het klaslokaal, een vorm die niet is ingericht op debat en dus goed werkt in autoritaire landen. Tenslotte: de cirkel, een zeldzame vorm. 9 parlementen.
Die halve cirkel kennen we van de Tweede Kamer, en van het Europees Parlement in zowel Brussel als Straatsburg. Wat zegt die vorm? Het is de meest voorkomende inrichting van een parlementszaal, ook binnen de EU: in bijna alle lidstaten wordt gedebatteerd in de halve cirkel. Het is een vorm die goed werkt als er meerdere politieke partijen in moeten worden gepast. Dat begon bij de Franse revolutie, toen de Jakobijnen zichzelf links van Lodewijk de Veertiende plaatsten, en de monarchisten rechts.
Glazen plafond
De Brusselse renovatie is al zeker tien jaar ophanden. Dat het niet met zo’n enorme vaart gaat, komt deels omdat het gevoelig ligt onder parlementariërs: ze willen er niet te veel geld en aandacht voor vragen, want dat staat niet goed. Om het bedachtzaam aan te pakken, of om toch met een soort mandaat enorm uit te pakken, is een ontwerpwedstrijd georganiseerd. De winnaar die daar in 2022 uit de bus kwam, stelde een plenaire vergaderzaal met glazen plafond voor. Daarboven, op het dak van het gebouw, kon dan een transparante ‘agora’ worden ingericht, een bezoekersplein. Die konden dan door het glas meekijken hoe gedebatteerd werd.
Ondanks veel enthousiasme in het begin (burgers betrekken! democratische dialoog!) is dat plan toch afgeschoten. Eind december werd bekend: nee, we gaan gewoon renoveren, de boel opknappen, en dat kost ook nog eens minder dan de glazen agora. Slechts 450 miljoen euro. Het zou kunnen dat die keuze is gemaakt omdat iemand zich voor is gaan stellen: wat zien die bezoekers dan eigenlijk door het glas?
En misschien ook: wat zien de Europarlementariërs dan boven zich? Bij glazen trappen en vloeren vergeten mensen (vaak mannen) altijd dat er ook mensen (vaak vrouwen) zijn met rokken of jurken, en dat het verschrikkelijk is om daarmee over een glazen plafond te lopen, helemaal als er mensen onder zitten. Transparantie is leuk, maar als het zo moet, dan hoeft het niet.