Team Europe was weer op stap. Ursula von der Leyen deed er verslag van op haar Instagram met een actiefoto. Arm in arm steekt ze de straat over met Mark Rutte, omgeven met een schare diplomaten. Ze lachen allebei, het is leuk in Bosnië! Maar niet leuk genoeg, het land mag nog even niet bij de EU. #teameurope, zet ze onder de foto.
Rutte zit vaker bij dat Team Europe, bijvoorbeeld afgelopen zomer. Er werd toen een (inmiddels mislukte) migratiedeal gesloten met Tunesië. Meloni, VDL en Rutte traden samen op als Team Europe. De kritiek die daarop volgde, ging niet alleen over de deal (problemen met mensenrechten), maar ook over de constructie. Want Team Europe, wat is dat? Wie zijn dat? En met welk mandaat?
Het klinkt cool, als een soort club van superhelden. Of als een vloot aan regeringsleiders met elk hun eigen Thunderbird, met VDL in Thunderbird 2.
Restant coronacrisis
Het Team lijkt in meerdere gedaanten voor te komen, met als spannendste voertuig misschien soms het vliegtuig van de Commissievoorzitter. Er is de samenstelling van deze zomer, dan is er de delegatie die deze week door Bosnië stapte om over EU-toelating te praten.
Soms praat Von der Leyen ook over de Europese Unie als ‘Team Europe’. Zo zei ze bijvoorbeeld onlangs dat het Team nog steeds kan werken als er meer dan dertig landen onderdeel van zijn, iets wat in het verschiet ligt.
Maar het begon allemaal als een noodactie in de coronacrisis. Meteen in de eerste op het buitenland gerichte EU-reactie op het virus stond het voornemen op te treden als ‘Team Europe’. Dat kwam van de Europese Commissie samen met de Europese dienst voor extern optreden. Het doel: snel daadkracht en geld bijeenbrengen om de pandemie het hoofd te bieden. De ministers van Ontwikkelingssamenwerking hebben er elk hun handtekening onder gezet.
Wie?
Wie in dat team zit: het geheel van de EU, Europese lidstaten met hun ontwikkelingsbanken en organisaties voor ontwikkelingssamenwerking, de Europese Investeringsbank en de Europese Bank voor Wederopbouw en Ontwikkeling. Ook Noorwegen, Zwitserland en, ja jeetje, het Verenigd Koninkrijk doen weleens mee met acties van het Team.
Samen hebben die teamleden geïnvesteerd in allerlei landen om ze te helpen met de gezondheidszorg. Zo ging geld naar Ethiopië voor laboratoria, naar de Westelijke Balkan voor ambulanceuitrusting en testkits, en naar Venezuela voor de zorg voor vluchtelingen.
Het Team is dus begonnen als crisisinstrument, maar heeft nu een heel takenpakket. Via het team wordt volop geïnvesteerd in landen buiten de EU, vooral in technologie, klimaat, energie, transport, gezondheid, onderzoek en educatie. Een hoop dus.
Nederland
Dit is het Team Europe dat, al gebeurt het niet vaak, weleens in de Tweede Kamer wordt genoemd. Minister Schreinemacher noemt het een paar keer, in het kader van de Europese strategie voor investeringen in wereldwijde energietransitie. Duurzame investeringen in de buitenlanden dus. Het is een constructie waar Nederland achter staat.
Sterker nog: na Frankrijk en Duitsland is Nederland bij de meeste Team Europe-initiatieven van alle lidstaten. Dat zijn vooral projecten in Afrikaanse landen en Zuid-Amerika.
Democratisch probleem
En als het Team de kantoren verlaat en het podium betreedt, zoals deze week weer, staat Rutte graag naast de Commissievoorzitter. Die publieke acties vangen het meeste kritiek. Want, zoals bijvoorbeeld Europarlementariër Sophie in ‘t Veld schreef, “namens wie en op basis van welke grondslag” de deals worden gesloten, “dat is onduidelijk”.
Een “gelegenheidscoalitie zonder juridische status”, zo omschreef NOS-correspondent Kysia Hekster de samenwerking.
Waar normaal gesproken, bijvoorbeeld bij de Tunesiëdeal, parlementen geraadpleegd moeten worden, hoeft dat niet bij deze vorm. Er staat niets over afgesproken in een EU-verdrag.
In ‘t Veld: “Hoewel nationale regeringsleiders zich fel verzetten tegen iedere wijziging van de EU-verdragen, veranderen ze de facto de democratische structuur van de EU door simpelweg buiten de EU-verdragen om te gaan.” #teameurope