Kent u de korenwolf nog? Twintig jaar geleden werd de overheid berispt omdat er onvoldoende wettelijke maatregelen waren getroffen om deze kleine uitstervende hamster te beschermen. Dat beleid stoelde op een Europese wet (richtlijn) die de natuurwaarden beschermt. De zogenaamde ‘Habitatrichtlijn’ werd in 1994 zonder veel nationale discussie afgesproken tussen de lidstaten. Sterker: de Nederlandse uitvinding van natuurnetwerken lag aan de basis van de nieuwe regeling – ons land was pionier in Europa. De besluitvorming over de natuurregels werd geboekstaafd als één van de successen van het Nederlandse EU-voorzitterschap in 1991, maar trok geen vuur in Tweede Kamerdebatten. Überhaupt was er destijds stilzwijgende politieke consensus over het Europabeleid.
Het was pas tegen het einde van de vorige eeuw dat de wrijving tussen de Europese natuurregels en nationaal en lokaal beleid in de kijker kwam. Nederland heeft de Europese doelen nationaal vertaald en 160 natuurgebieden aangemeld bij de Europese Commissie. Ondertussen werden ook wegen gezocht om economische activiteiten te kunnen blijven ontwikkelen. In ons dichtbevolkte landje vol intensieve veeteelt raakte de natuurlijke kwaliteit daardoor onder de afgesproken maat. Natuurbeschermingsorganisaties zagen zich genoodzaakt om via de rechter toepassing door de overheid van de Natuurbeschermingswet en de Habitatrichtlijn af te dwingen. Ook ontstond discussie over de rolverdeling tussen betrokken ministers, het rijk en de provincies in het natuurbeleid. Klinkt bekend? De Provinciale Staten verkiezingen van maart 2023 werpen reeds hun schaduw vooruit over de protesten van de boeren over de besluitvorming van vijfentwintig jaar geleden.
Uitzondering en uitstel
In 2005 werd de Natuurbeschermingswet gewijzigd om te voldoen aan de internationale verplichtingen. Gepoogd werd om alle bedrijfsuitbreidingen die vóór 2005 zonder vergunning waren gerealiseerd alsnog te legaliseren. Natuurbeschermingsorganisaties gingen daartegen in beroep en in 2009 gaf de Raad van State hen gelijk. In 2015 kwam het Programma Aanpak Stikstof, kortweg het PAS, dat opnieuw zowel de natuur moest beschermen als uitbreiding van activiteiten mogelijk moest maken.
Ondertussen bepleitten opeenvolgende ministers van Landbouw en Natuur bij de Europese Commissie ruimte voor eigen interpretaties en uitzonderingen. Ook in het stikstofdebat in de Tweede Kamer van deze week werd de mogelijkheid van Brusselse actie geopperd. ‘’Kan Minister Christianne van der Wal, of liever nog premier Rutte, niet naar Brussel gaan om die milieuregels uit 1992 aan te laten passen?’’, vroegen de fracties van BBB en JA21. Dat hebben voorgangers dus altijd geprobeerd. Talloze gesprekken zijn er geweest met de Europese Commissie over uitzondering en uitstel. Het Europese Hof en de Raad van State hielden dit tegen: regels zijn regels.
Bloemen en bijen
Ondertussen bungelt Nederland onderaan in de Europese lijstjes. Eén van de oorzaken van die slechte kwaliteit is de veel te hoge stikstofdepositie. Vlaanderen en Duitsland worstelen overigens ook met de regels. Ook daar blijft de enige aanpak die daadwerkelijk effectief is over: een flinke reductie van de uitstoot van ammoniak en stikstofoxiden.
En de druk wordt nog hoger, want ondanks dertig jaar natuurbescherming en regelgeving verdwijnen plant- en diersoorten in hoog tempo. Deze week presenteerde de Europese Commissie een pakket nieuwe maatregelen, bijvoorbeeld om het gebruik van bestrijdingsmiddelen te halveren tegen 2030. De lidstaten moeten binnen twee jaar nadat de nieuwe wet van kracht wordt natuurherstelplannen indienen voor bijen, vlinders en bloemen. Het doel is om 80 procent van alle leefgebieden die in slechte staat zijn te herstellen en landen kunnen er door de Europese wetgever op worden afgerekend als de afgesproken natuurdoelen niet worden gehaald.
Slechtste jongetje
De komende weken zullen de ministeries de nieuwe Europese natuurplannen van een beoordeling voorzien en naar de Kamer sturen. Anders dan dertig jaar geleden zijn gemeenten en provincies, maar ook branche- en uitvoeringsorganisaties veel Europees oplettender geworden. De openbare behandeling van de nieuwe EU-plannen na de zomer belooft dus veel reuring te geven.
Voor de bindende stikstofregels is dat te laat. Nederland kan zich in de Europese Unie geen uitstel of uitzondering meer veroorloven, antwoordde Van der Wal. „We zijn het slechtste jongetje van de klas van heel Europa.” Dat is best sneu, voor het jongetje dat ooit ijverig vooraan de goede antwoorden voorzegde.
Mendeltje van Keulen (cartoon) is onder meer praktijkprofessor Europa bij de Haagse Hogeschool. Van 2011 tot 2017 was zij griffier Europese Zaken bij de Tweede Kamer. Zij leegt voor Brusselse Nieuwe regelmatig de brievenbus van de Tweede Kamer en legt Europese voorstellen bovenop de stapel.