Column Post uit Brussel: Europese stapels ophef

5 min. leestijd

De afgelopen Kamerweek was vol van “ophef om de ophef”, in de woorden van Europawoordvoerder Renske Leijten. In de Nederlandse pers was, bijvoorbeeld, het nodige te lezen over de discussie over de afmelding van de Minister van Financiën in het Mondelinge Vragenuur. Reuring die tijd en aandacht kostte zodat de inhoud van de speech in Maastricht onderbelicht bleef. Hoe werkt dat eigenlijk, zo’n vragenuur, en hoe verhoudt zich dat tot de andere Europa-brieven in de parlementaire postbus?

Het Mondelinge Vragenuur, elke dinsdag van 14.00 uur tot 15.00 uur, is een bij televisiekijkers populair ritueel dat  uren werkvoorbereiding kent op de ministeries en binnen het parlement. Er is een hevige competitie tussen de 150 volksvertegenwoordigers vanaf donderdagmiddag, als elk Kamerlid in een speciale ‘vragenapplicatie’ een vraag mag intypen. Die vraag moet gericht zijn aan de regering en gestoeld zijn op actueel nieuws. De medewerkers van de Kamercommissies beoordelen die vragen gedurende het weekend: is de vraag wel actueel, relevant, urgent? Of is het de komende twee weken al in een debat aan de orde? Met die ambtelijke beoordeling gaat de vragenstapel naar de Kamervoorzitter. Op dinsdag rond het middaguur maakt Vera Bergkamp een keuze van vier of vijf vragen, waarvan de beantwoording live in een uur moet passen. De ministeries worden gebeld en de bewindspersonen moeten om 14.00 uur naar de Tweede Kamer komen. Of, laten zich vervangen.

Aan de telefoon met Kiev

Bij de ministeries is ondertussen voor elke mondelinge vraag een dossier met antwoorden aangemaakt. Het grootste deel van die stapel papieren wordt niet gebruikt want er wordt een handvol vragen daadwerkelijk gesteld. Bij ambtenaren is dat werk ‘voor niks’ een bron van onbegrip en frustratie over ‘De Kamer’. Wat inzicht in de organisatie achter de schermen kan misschien helpen.

De Minister van Financiën was dit weekend al een zogeheten mondelinge vraag gesteld en moest die op dinsdag om 14.00 uur komen beantwoorden. Volgens het handboek bewindspersonen is alleen een buitenlands werkbezoek een geldige reden voor afwezigheid bij het Mondelinge Vragenuur. Dat was die speech in Maastricht met werkbezoeken net over de grens, maar niet getreurd: er was vervanging geregeld, volgens het vaste vervangingsschema. De premier, want hij was de aangewezen vervanger, had echter net de Oekraïense president aan de lijn. Oppositieleden en Haagse journalisten doken erop en daardoor kreeg de speech minder aandacht dan Europese media vonden dat die verdiende.

100 per jaar

De postbus bevatte deze week twee stukken voor de Europese Top van afgelopen donderdag en vrijdag. Die voorjaarstop tussen de regeringsleiders en de Commissie gaat traditioneel over economie, maar vond deze week (zoals het ministerie eufemistisch schrijft) ‘onder een ander gesternte’ plaats. Minister Wopke Hoekstra legt de woordvoerders Europese Zaken in de Tweede Kamer, die de Nederlandse inzet controleren, in twee pagina’s uit wat de laatste stand van zaken is met betrekking tot de oorlog in Oekraïne. Dit in aanvulling op die andere brievenstapel, over de NAVO-ontwikkelingen, vanuit het kabinet gericht aan de woordvoerders Defensie en Buitenlandse Zaken.

De vrijdagse topbijeenkomst was niettemin gewijd aan economie. Daar lag een discussiestuk van de Europese Commissie voor, in de juridische vorm van een ‘mededeling’. Dat plan, en wat het kabinet ervan vindt, was apart ingestuurd, door de minister van Economische Zaken; aan de Kamerleden die Economie volgen. Zo’n mededeling, net zoals ieder Europees voorstel – meestal zijn er zo’n 100 per jaar – moet in het parlement volgens een bepaald stramien worden behandeld.

Verkokering

Omdat Kamerleden net als ambtenaren binnen een ‘silo’ werken (ze volgen de stukken van één ministerie, in één commissie), legt de griffie de hele dag actief kruisverbanden. Hier was dat even niet gelukt, maar het is ook een hele klus. Onderzoekers van de Haagse Hogeschool doken daarin en vonden in de postbus van de Kamer een afschrikwekkende berg ‘Europese’ brieven, zo’n 700 per jaar, onder uiteenlopende kopjes en titels. Van ‘convo AO’ tot ‘mondelinge vraag’, van ‘richtlijnvoorstel’ tot “Commissiemededeling” (aan elkaar) tot ‘geannoteerde agenda’.

Reden voor een grote meerderheid van Kamerleden om de regering op te roepen mee te denken over een beter informatiesysteem. Zodat elk dossier op de voet gevolgd kan worden, met de onderliggende stukken eronder – per thema de mondelinge vragen, de commissiemededelingen, de Nederlandse inzet en idealiter: het besluit. Alleen de vijf Kamerleden van Forum voor Democratie stemden tegen. Wellicht was die fractie het als enige eens met de reactie van een anonieme Brusselse lobbyist die hoorde van het initiatief: ‘Ze kunnen daar in de Tweede Kamer toch gewoon googelen’?.

Googelen is vooralsnog inderdaad nodig voor de tekst van de Europaspeech van Minister Kaag. Ook het hoofd van deze Europavorser tolt van documenten en brieven. Maar laten we hopen hopen dat de inhoud van de nieuwe aanpak in het Europabeleid die de Minister van Financiën in Maastricht aankondigde, op de goede stapel terechtkomt.

Mendeltje van Keulen is onder meer praktijkprofessor Europa bij de Haagse Hogeschool. Van 2011 tot 2017 was zij griffier Europese Zaken bij de Tweede Kamer. Zij leegt voor Brusselse Nieuwe regelmatig de brievenbus van de Tweede Kamer en legt Europese voorstellen bovenop de stapel.

Het gras is altijd groener bij de buren.
Verken je horizon en ga ook eens vissen in een andere vijver!

Word lid Meer informatie