Een discussie tussen emotie en wetenschap, zo noemt Europarlementariër Peter van Dalen (CU) het gesprek over bodemvisserij. De Europarlementariër leidde donderdag een gesprek met de Europese alliantie voor bodemvisserij, die vinden dat bodemvissers vaak onterecht negatief in het nieuws komen.
De vissers vrezen dat door het slechte imago de bodemvisserij wordt verboden. Het zijn ook spannende tijden volgens Van Dalen. Over een half jaar komt de Europese Commissie met een visie over de toekomst van bodemvisserij, maar donderdag wakkerde de Europarlementariër alvast de discussie aan. In de zaal zaten voornamelijk voorstanders van de bodemvisserij, maar Van Dalen vertelde dat er ook een aantal tegenstanders aanwezig waren.
Bijna een F16
De bodemvissers hebben een negatief imago, maar ze zijn lang niet de slechtste in de zee leerde Van Dalen. De alliantie gaf een presentatie met een aantal interessante punten volgens Europarlementariër. “Er zijn grote trillingen in de zee, bijna een F16, veroorzaakt door gas, olie en windmolens. Die brengen veel meer schade aan in de zee dan de vissers,” vertelt Van Dalen.
Toch trapt Irene Kingma, mariene bioloog bij het visserijsecretariaat (FishSec) hier op de rem. “Het heien voor windmolens is even, maar de bodemvissers laten de zee iedere week trillen en nemen ook nog eens al het leven in de zee mee. Daarom is deze vergelijking gewoon hartstikke scheef.”
Kingma is niet direct tegen bodemvissen, maar spreekt zich met name uit om het bodemvissen niet toe te staan in beschermde gebieden, daar wordt het te vaak toch toegestaan volgens de mariene bioloog. “Kijk naar de Doggersbank, een ondiep gebied in de Engelse, Nederlandse, Duitse en Deense delen van de Noordzee. Voor bodemvissers is het gebied misschien ideaal, want doordat het ondiep is kan je er makkelijk bodemvissen en zit er veel vis. Maar dit gebied willen wij juist beschermen.”
Lastig evalueren
Het debat over bodemvisserij wordt volgens Van Dalen te veel geleid door het tegen-kamp door emotie en wetenschappelijk materiaal wordt achterwege gelaten. “Het is net als met de pulsvisserij. De emotie wakkerde discussie aan en won, maar nu hebben we toch spijt dat het zo snel verboden is.”
Kingma geeft toe dat bodemvissen lastig te evalueren is. “Op veel plekken – zoals de Doggersbank – komen de vissers al lang en is er dus geen nulmeting. Wat we wel weten is dat er veel vis zit en dat het door het bodemvissen zeker minder is geworden,” legt Kingma uit.
Maar dat bodemvissen schadelijk is, daar is veel wetenschappelijk bewijs voor vertelt Kingma. “Door de methode waar bodemvissers mee werken zijn ze niet selectief en hebben ze soms tot wel zestig procent bijvangst. Daarnaast brengen ze veel schade aan. Het is soms bijna een industrieel gebied.”
Van Dalen vertegenwoordigt volgens Kingma een conservatieve stem in het vissersdebat, waarin veel meer een balans zou moeten zijn. Het gesprek over bodemvissen gaat volgens Kingma over het belang van natuur en visserij, waarbij natuur volgens haar niet altijd ondergeschikt moet zijn. “Dat zal zeker voor een aantal vissers effect hebben, maar we moeten slim en innovatief naar oplossingen voor hen kijken.”
Geen groene wappies
In Nederland wordt tachtig procent van de vis gevangen door bodemvisserij. Het zou volgens Van Dalen een enorme slag zijn als het wordt verboden. “De zekerheid van het vissen wordt al enorm aangetast, eerder werd pulsvisserij verboden en door de hoge olieprijzen is het duur om uit te varen.”
Kingma snapt dat het voelt als een bedreiging, maar voegt ze toe “we praten al heel lang over bodemvisserij en de progressie is minimaal. Er is een klimaat- en biodiversiteitscrisis gaande, daar moeten we wat aan doen. De tegenstanders moeten niet weggezet worden als groene wappies.”