Gesprek tussen generaties zorgt voor inzicht. Oudere werknemers hebben ervaring over wat (niet) werkt; jongere werknemers meer ideeën en energie. De combinatie is goud, maar het gesprek moet wel georganiseerd worden. Dat is het resultaat van een onderzoek van collega-lector Michael Echteld. In de postbus van de Tweede Kamer vielen twee brieven die dat lieten zien.
Een rapport van VVD-EU woordvoerder Roelien Kamminga, al besproken bij Brusselse Nieuwe, legt de bal bij haar 149 collega’s en hun staf. Ze moeten vaker naar de Europese Commissie, naar de permanente vertegenwoordiging en Europarlementariërs; een EU-rapporteur benoemen of het wachtwoord intypen voor de database ‘Delegates Portal’. “Want het ontbreekt de Kamer aan voldoende inzicht in het informele voortraject van de besluitvorming (welk beleid zit in de pijplijn voordat iets in een fiche is opgenomen), een heldere visie op het Nederlands belang (wat raakt ons in de kern, wat minder, wat niet of nauwelijks), een voldoende besef aan prioriteit (wat laten we liggen, waarop spreken we de regering aan) en timing (wanneer spreken we de regering aan) en bereidheid conclusies te trekken.”
‘Op tijd is te laat’
Die laatste zin komt niet uit het rapport-Kamminga, maar uit de analyse van oud-VVD Kamerlid en vorig jaar te jong overleden Europarlementariër Hans Van Baalen, die twintig jaar geleden op veel instemming kon rekenen. Zijn oproep? ‘Op tijd is te laat’.
In het tweede stuk uit de brievenbus, een adviesrapport over de Nederlandse EU standpuntbepaling waaraan ik mocht meeschrijven, wordt het ronduit gezegd: denkwerk wordt niet gedeeld. Eerdere suggesties en tips voor betere EU-coördinatie (de Raad voor het Openbaar bestuur, 2004), uitwisseling tussen Kamerleden en Europarlementariërs (AIV, 2012), en Europees loopbaanbeleid (Clingendael, 2007) bleken in de 161 gesprekken niet bekend.
Kennislek
Gebrekkig institutioneel geheugen, ik noem het in mijn boekje Verkeer(d) verbonden als een stremming op het retourtje Brussel. Frisse jonge collega’s ervaren na een paar jaar werken een probleem, en zoeken na enige reflectie gereedschap om iets te smeden als…verrek… een wiel! Commerciële adviesbureaus en consultancies varen er wel bij.
Doordenkers puzzelen op een vervolgvraag. Als het probleem én de oplossing voor de hand liggen: waarom doen we het dan niet? Hoe leer je écht; hoe verander je routines?
Gelukkig is daar praktijkonderzoek: in vakgebieden als ‘employability’ en ‘learning on the job’. Europees beleid intern organiseren is daarin niet anders dan arbobeleid, communicatie of politiesamenwerking. De dagelijkse werkdruk maakt dat veel werkenden hele dag met e-mails bezig zijn. Die postbus is als een lekke boot: bijna hoos je hem leeg, dan loopt hij weer vol. De oplossing is dan niet: meer mensen die mee helpen hozen (en emails schrijven).
Sessie Van Baalen
Collega’-onderzoekers zien twee handvatten. Een: overstijg de silo’s. Vrijwel elke organisatie is georganiseerd in afdelingen. Nieuwe collega’s moeten er procedures leren, maar ook de valkuilen en tips. Best practices delen tussen staf en leden van Kamercommissies, noemt Roelien Kamminga dat in haar rapport. Maar da’s dus een vak.
De tweede bevinding is dus: organiseer reflectie. Tussen oudere, jongere, andere en kritische betrokkenen praten over de nieuwe EU-voorstellen voor kunstmatige intelligentie (AI). Het schrijfproces van de nieuwe begrotingsregels. Of een minimumloon op EU-niveau. Samen adviesrapporten bespreken. Kennis vermenigvuldigen door te delen. Wie doen er mee? Inhoudelijk experts gaan in gesprek met “ambtenaren van de ministeries, de vertegenwoordigingen van de Europese Commissie en het Europees Parlement in Den Haag. Hierbij kunnen ook medewerkers van de Tweede-Kamerfracties en de Nederlandse delegaties in het EP worden betrokken.”
Dixit Hans van Baalen. Zullen we zijn EU themasessie’s gewoon gaan organiseren?
Mendeltje van Keulen is onder meer praktijkprofessor Europa bij de Haagse Hogeschool. Van 2011 tot 2017 was zij griffier Europese Zaken bij de Tweede Kamer. Zij leegt voor Brusselse Nieuwe regelmatig de brievenbus van de Tweede Kamer en legt Europese voorstellen bovenop de stapel.