Vanaf vandaag krijgen eigenaren van oude, vervuilende bestelbusjes een boete van 120 euro als ze een zero-emissiezone inrijden. Een half jaar lang gold er een waarschuwingsperiode, maar die loopt nu af.
Het woord ‘zero-emissiezones’ viel het afgelopen jaar vaak in de media, gemeenteraden en het parlement. Het werd zelfs een speerpunt van de PVV tijdens de verkiezingen: de invoering moest worden teruggedraaid. Dat bleek lastig, gaf voormalig PVV-staatssecretaris Chris Jansen toe. De gemeenten – en niet de landelijke politiek – gaan namelijk over de invoering. Na talloze onderzoeken, gesprekken en debatten concludeerde Jansen dat uitstel geen optie was. Wel vond hij een geitenpaadje: hij stelde een boetevrije periode van een half jaar in. Eigenaren die in deze periode met een oudere bestelbus een zero-emissiezone inreden, kregen alleen een waarschuwing.
Wirwar aan uitzonderingen
De ophef over de zero-emissiezones had nog een ander effect: gemeenten begonnen te twijfelen aan het beleid, wat leidde tot een wirwar aan uitzonderingen en invoerdata. Uiteindelijk hebben zeventien gemeenten besloten om per 1 januari 2025 een zero-emissiezone in te voeren. Elf andere gemeenten volgen later. Zo kiest Ede er bijvoorbeeld voor om dit pas in 2030 te doen.
Welke bestelwagens worden geweerd? Op dit moment zijn er drie groepen voertuigen die geen toegang krijgen tot zero-emissiezones: bestelauto’s met emissieklasse 4 of lager, nieuwe bestel- en vrachtauto’s die in 2025 op kenteken zijn gezet, en vrachtwagens die vóór 1 januari 2017 op kenteken zijn gezet. Alle informatie en ontheffingen staan op Opwegnaarzes.nl.
Europees beleid
Per 1 juli gelden dus boetes voor vervuilende bestelwagens, en dat veroorzaakte ophef. Is dat logisch? Stelt Nederland hele extreme milieueisen? Niet echt, blijkt uit een vergelijking met andere Europese steden.
Hoewel Europa geen centraal beleid voert om vervuilende voertuigen uit steden te weren, gelden er wel strikte luchtkwaliteitseisen via Europese richtlijnen. Lidstaten die deze normen overschrijden, moeten plannen maken om de luchtkwaliteit te verbeteren. Europa moedigt het invoeren van lage- of zero-emissiezones aan. Deze zones zijn namelijk uiterst effectief om de uitstoot van stikstof, CO2 en fijnstof terug te dringen, berekende lobbyclub Transport & Environment.
In België, Duitsland, Frankrijk, Denemarken, Zweden, Italië en Spanje werken veel steden aan een milieuzone. In Brussel worden vanaf 2030 alleen nog elektrische auto’s toegelaten. Parijs is dit jaar al dieselvrij en wordt per 2030 ook benzinevrij. Andere Franse steden hebben lage-emissiezones. In Duitsland kennen vijftig steden een zogenoemde ‘umweltzone’, waar auto’s met emissieklasse 4 en 5 worden geweigerd. Veel steden daar willen vanaf 2030 alleen elektrische voertuigen toelaten. Ook in Spanje en Italië bestaan varianten van lage-emissiezones.
Denemarken is koploper
Binnen Europa is Denemarken koploper. Het land heeft al nationale wetten aangenomen voor zero-emissiezones en voerde verschillende pilots uit. Deense steden mogen per 1 januari 2025 een zero-emissiezone invoeren, maar doen dat voorlopig nog niet vanwege problemen met handhaving en infrastructuur. Toch staan zones in de stadscentra van Kopenhagen en Aarhus op korte termijn gepland.
Zover is Nederland nog niet. Hier gaat het voorlopig alleen om fossiele bestelwagens. De schoonste daarvan mogen de stad tot en met 2029 nog in. Voor personenauto’s gelden nu alleen milieuzones, maar dat zal in de toekomst ongetwijfeld veranderen.