Zweden in 2001 was de eerste kennismaking met Brussel. Kees Bos, keurig in het pak gestoken goedlachs, altijd een stapel met papieren onder de arm, kent de details nog. “Mond-en-klauwzeer was het onderwerp en als landbouwjournalist mocht ik naar de informele EU-raad daarover.”
In Den Haag was Kees parlementair journalist bij het ANP, met als specialisatie landbouw. Minister Brinkhorst van landbouw had net besloten om 60.000 koeien, varkens en schapen preventief te laten ruimen om te voorkomen dat de gevaarlijke ziekte zich verder zou uitbreiden in de MKZ-crisis, zoals het later is gaan heten. Op het hoogtepunt van de crisis, met woedende boeren in Oene en Kootwijkerbroek, vergaderden de landbouwministers in Zweden over de MKZ-crisis, om Europese afspraken te maken over de aanpak.
“In de landbouwwereld weet iedereen van oudsher dat het beleid door de Europese ministers wordt gemaakt. Dus een speciale landbouwtop is iets waar je naar toe moet, want daar worden de besluiten genomen”, aldus Bos.
Op naar Brussel
Via de landbouw- en later de economieredactie, waar hij de invoering van de euro versloeg, komt hij bijna automatisch in Brussel terecht op het bureau van het Algemeen Nederlands Persbureau, zoals het ANP voluit heet. “De nadruk lag destijds op nieuws van de Europese Commissie en de Europese Raad. Het Europees Parlement stond toen nog in hun schaduw.”
De dagelijkse persconferentie van de Europese Commissie, die nog steeds bestaat en om klokslag twaalf uur begint, leverde altijd wel een bericht (een stukkie) op. “Maar als nieuwkomer begon ik ook Europese Parlementsleden te bellen met de vraag wat ze in een debat gingen zeggen. Dat deed ik in Den Haag ook altijd. Je kon merken dat ze er erg aan moesten wennen. Er was iemand die aandacht aan hen besteedde.”
Krantenknipsels
De journalistiek zat er al vroeg in. Als elfjarige zette hij met z’n broer al de schaar in de Voetbal International (VI) die elke dinsdag op de deurmat plofte. De foto’s werden uitgeknipt om vervolgens voorzien van een nieuw onderschrift op een mooi vel papier te worden geplakt. “Krantjes maken, dat was leuk”, glimlacht hij nu nog. “Alleen vader was niet blij dat er in zijn voetbalblad gaten zaten.”
Vanuit de journalistiek maakt hij in Brussel de overstap naar voorlichting; Bos werd woordvoerder in het Europees Parlement. Hij was woordvoerder van Wim van de Camp die op dat moment de aanvoerder van het CDA was. “Ik probeer me als een journalist te gedragen en me niet te bemoeien met de standpunten. Die zijn voor de politiek, maar ik geef adviezen over hoe je het beter kan vertellen, helderder kan formuleren en over aan wie en op welk moment je nieuws moet vertellen”, vertelt Bos.
“Kijk een persbericht kan nog zo goed zijn, maar als je het op vrijdagavond uitgeeft dan leest niemand het. Soms geef je informatie alleen aan je achterban en soms zoek je het breed door met de massamedia in zee te gaan.”
Verzonnen citaten
En zo af en toe zweet je peentjes, zoals die keer dat Kees zich opwond over een regeling van de Antwerpse burgemeester De Wever. “Nieuwe inwoners van buiten België moesten veel meer geld betalen als ze zich inschreven dan burgers die al in België woonden.”
Hij schreef een ronkend persbericht met teksten dat het tegen de Europese geest van vrij verkeer en de interne markt was. “Ik stuur dat netjes naar het kantoor van Wim van de Camp, want ik had ook een paar citaten voor hem verzonnen. Daar moet hij dan wel als politicus achter staan, want hij wordt uiteindelijk geciteerd, niet ik.”
Probleem was echter dat Van de Camp onvindbaar was. Z’n politiek assistent vond het goed, maar de tijd begon te dringen en dus besloot Kees het bericht te verzenden. “En ja hoor toen begonnen radiostations te bellen. Ze wilden Wim live hebben. Gelukkig kregen we hem net voor de uitzending te pakken en vond hij het een goed verhaal.”
Hij kan er nu om lachen, maar had het op dat moment wel even benauwd. “Het stond uiteindelijk de volgende dag zelfs op de voorpagina van De Telegraaf. En dan heb je je werk als voorlichter goed gedaan.”
Europees nieuws
Bos pakt z’n stapel papier en maakt aanstalten om te vertrekken naar de landbouwborrel even verderop in het Holland House. Al meer dan dertig jaar organiseren de Nederlandse landbouwwoordvoerders in het Europees Parlement een borrel met een spreker voor de landbouwwereld in Brussel. Maar dan schiet hem nog een anekdote te binnen.
“De eerste keer dat ik merkte dat mijn berichten impact hadden was bij Rocco Buttiglione. Hij was door Italië voorgedragen als Eurocommissaris. Een echte katholiek. Tijdens de hoorzitting zei hij homoseksualiteit een zonde te vinden, “maar dat heeft geen politieke gevolgen tenzij ik het een misdaad noem. Ik kan mijn privémening gescheiden houden van m’n werk”, zei hij.”
Dat was uiteindelijk voor het Europees Parlement, aangespoord door Kathalijne Buitenweg van GroenLinks, reden om zijn benoeming niet goed te keuren. “Ik merkte op dat moment dat er wel degelijk interesse was in nieuws over Europa.”
Van het CDA naar de SGP
Hij noemt zich tegenwoordig een makelaar in nieuws. Nadat Wim van de Camp bij het CDA werd vervangen door Esther de Lange was er ook geen plaats meer voor Kees. Hij werkte nog een tijdje voor Annie Schreijer-Pierik, maar verloor z’n vertrouwen in de partij. “Het CDA was nogal gericht op besturen en niet op kiezers.”
Kees trok zich terug in Tervuren waar hij voor de Anglicaanse kerk krantjes maakte. “Totdat er iemand naar me toe kwam die vertelde op zoek te zijn naar een voorlichter om met Jan te werken. Ik had geen idee welke Jan, maar het bleek om Bert-Jan Ruissen van de SGP te gaan.”
Het zou gaan om het inwerken van een nieuwe voorlichter. “Maar die is nooit gekomen en m’n contract werd steeds verlengd.” Hij vindt het geen opmerkelijke overstap van het CDA naar de SGP. “De partij is eigenlijk het CDA waar ik op zoek naar was.”
De stapel papieren wordt opnieuw geschud. “Ik heb altijd een persbericht bij me. Je weet nooit wie je tegenkomt.” In de tas zitten zelfs berichten over stemmingen die nog moeten plaats vinden. “Eén voor het geval het verworpen wordt en één voor het geval het aangenomen wordt.” Hij glimlacht raadselachtig als gevraagd wordt over welk onderwerp dan. “Ik ben overal op voorbereid.”
Kees Bos en Wim van de Camp zijn beide lid van de adviesraad van Brusselse Nieuwe. Deze adviesraad bestaat uit mensen van verschillende politieke achtergronden en bewaakt de journalistieke koers, zodat Brusselse Nieuwe voor alle Nederlanders interessant is – ongeacht politieke voorkeur. De adviesraad komt jaarlijks bijeen, zoals beschreven in ons Redactiestatuut – Brusselse Nieuwe