Nederlanders in de Brusselse bubbel | Oud-Europarlementariër Van de Camp waardeert de EU steeds meer

De Brusselse bubbel. Het is een netwerk van lobbyisten, journalisten, ambtenaren en politici die zich iedere dag bezighouden met de Europese politiek. Maar wie zijn die mensen en wat doen ze precies?

6 min. leestijd
Foto: Wim van de Camp

Wim van de Camp heeft net een bakje koffie gehaald en gaat zitten. Het interview zou eigenlijk plaatsvinden in de bar voor (oud-)Europarlementariërs. Door wat verwarring in het gigantisch grote gebouw van het Europees Parlement moest hij toch naar de rijk gekleurde Micky Mouse-bar komen op derde verdieping. Dat was voor Van de Camp geen probleem. Hij heeft in het parlementsgebouw van 2009 tot 2019 bijna iedere dag van zijn leven doorgebracht. Sterker nog, hij komt er iedere maand minimaal nog één keer.

De oud-Europarlementariër legt zijn Volkskrant neer. Die heeft hij net gekocht bij een klein winkeltje aan de achteringang van het Europees Parlement. Ook deze maand is Van de Camp in Brussel om de Eurocommissaris voor Transport, Adina Vălean, te adviseren. Ze was de collega van Van de Camp in het Europees Parlement voordat ze door de Roemeense regering werd voorgedragen als Eurocommissaris.

Adviseur

Terwijl ex-collega Vălean tegenwoordig vanuit het Berlaymontgebouw, waar de Europese Commissie zit, zich bezighoudt met nieuwe Europese wetgeving over transport, woont Van de Camp vooral de zittingen van de transportcommissie in het Europees Parlement bij. Daarin bespreken Europarlementariërs Europese wetgeving inzake de transportsector. Het is de taak van Van de Camp om alles dat relevant is voor de Eurocommissaris op te schrijven en door te spelen. De ogen en oren dus.

Het zijn ogen en oren die goed ingespeeld zijn op de werking van het Europees Parlement. Van de Camp was van 1986 tot 2009 Tweede Kamerlid namens het CDA. Daarna verhuisde hij naar Brussel om nog eens tien jaar Europarlementariër te worden. Van de Camp vindt het eigenlijk wel grappig. Tijdens zijn eerste termijn (vijf jaar lang) had hij helemaal niets te maken met transport. Hij hield zich vooral bezig met justitie, hij is immers opgeleid jurist, en de interne markt. Want, “ja, de EU is een vredesproject, maar daarnaast gaat het toch vooral om handel”, zegt Van de Camp. Hij noemt de commissie Interne Markt de ‘moedercommissie’. Het centrum van de Europese politiek dus.

Maar hoe is hij in de Europese politiek terechtgekomen? Het is allemaal de schuld van oud-premier Balkenende, zegt Van de Camp. Hij hield zich helemaal niet zoveel bezig met Europees beleid. Toch wist hij van de grote rol die de EU toen al speelde. “Vergis je niet”, zegt hij. “tachtig procent van onze wetgeving komt uit Brussel.” En op een gegeven moment kon het CDA geen lijsttrekker vinden voor de Europese Parlementsverkiezingen. Hij werd gebeld door Jan Peter Balkenende zelf. “Heb jij geen zin om lijsttrekker te worden?” was de vraag. Van de Camp twijfelde tot een vriend hem wist te overtuigen. “Je krijgt het op een presenteerblaadje aangereikt”, zei de vriend. Van de Camp zat toen 23 jaar in de Tweede Kamer en was inmiddels 55 jaar oud. Tijd dus voor iets anders.

Van Den Haag naar Brussel

De transitie van Den Haag naar Brussel vond hij geen probleem. Hij vond het zelfs een beetje rustiger in het Europees Parlement. “Het is hier veel minder hitsig”, zegt Van de Camp. In de Tweede Kamer gaat het volgens hem te veel om kortetermijnsuccesjes. “Vroeger, als je iets presteerde in de Kamer, kon je er een half jaar van genieten”, zegt hij. “Nu leeft zo’n succes misschien maar een halve dag.”

In het Europees Parlement vindt hij het “relaxter”. Dat komt deels omdat het werk in Brussel soms zo technisch kan zijn. Je hebt wetsvoorstellen die geamendeerd worden. Daar komt een rapporteur bij kijken, iemand die de leiding neemt over het proces. Maar tegelijkertijd zijn er ook schaduwrapporteurs die voor hun eigen partij de gang van zaken bijhouden. Daarbovenop vinden nog eens allerlei onderhandelingen met collega’s plaats, maar ook met de EU-lidstaten en de Europese Commissie. Het zorgt er volgens Van de Camp voor dat Europarlementariërs niet iedere dag in de krant willen verschijnen.

Ook het grote aantal talen maakt het in het Europees Parlement prettiger werken, vindt hij. Je zou verwachten dat het behoorlijk wat stress oplevert, al die talen, maar voor Van de Camp is dat anders. “In de Tweede kamer fokt iedereen elkaar op”, zegt hij. Tweede Kamerleden gaan met elkaar in gesprek en dat kan soms fel worden. In het Europees Parlement zorgt de taalbarrière ervoor dat communicatie tussen Europarlementariërs vooral via medewerkers plaatsvindt. “Dat vertraagt alles een beetje”, zegt Van de Camp.

Europa

Hoewel hij voor hij naar Brussel kwam niet echt met de EU bezig was, zag hij wel het nut in van het project. Om even een stapje terug te doen: de Europese Unie begon na de Tweede Wereldoorlog met de vereniging van stalen- en koolindustrieën van Europese landen. Dat moest vrede brengen omdat juist die industrieën het meest belangrijk waren wanneer er oorlog tussen Europese landen was.

De afgelopen tijd is Van de Camp de Europese Unie steeds meer gaan waarderen. Het valt hem op dat het Verenigd Koninkrijk, dat enkele jaren terug de Europese Unie verliet, toch weer toenadering zoekt. Mensen in het Verenigd Koninkrijk, vooral in Schotland, zien de waarde van Europese samenwerking. Ook Oekraïners die tijdens de Maidanrevolutie (2014) in Kiev met Europese vlaggen stonden te wapperen inspireren hem. Het laat volgens Van de Camp zien hoe, ondanks desinteresse in West-Europa, mensen buiten Europa heil in het project zien.

Veteraan

Dat Van de Camp inmiddels een Brusselse veteraan is, is duidelijk. Met ontzettend veel ervaring in de politiek, waarvan tien jaar in het Europees Parlement, kun je moeilijk om zijn kennis heen. Met zijn baan als adviseur voor een Eurocommissaris is hij dus veel in Brussel en is hij een voorbeeld voor de vele Nederlanders die zich in en rond de Brusselse bubbel begeven.

Zijn advies voor anderen in die bubbel is: lezen. “Een van mijn lievelingsactiviteiten thuis is met mijn biertje de website van de Europese Commissie bekijken”, zegt hij. Op die website worden dagelijks updates gegeven, persberichten, speeches van Eurocommissarissen en ook persconferenties. Om echt in de bubbel te kunnen leven moet je, volgens Van de Camp, de EU weten te ontleden. Tegelijkertijd is alleen achter de computer zitten niet het enige. Loop vooral rond, is zijn oproep. Nog steeds komt hij tijdens zijn maandelijkse bezoekjes oude-collega’s tegen, medewerkers van Europarlementariërs, journalisten en alles wat er maar te bedenken valt. Het is een cruciaal onderdeel van dit werk in Brussel.