Nerlanders geven gemiddeld bijna 23 procent van hun inkomen uit aan hun woonlasten. Het Europees gemiddelde ligt op 19.7 procent. Dit is te zien in cijfers die de Europese Commissie publiceerde via Eurostat, het statistiekbureau van de Europese Unie.
De grootste oorzaken zijn de stijgende huizenprijzen, huren en inflatie. In Nederland steeg de gemiddelde huizenprijs tussen 2015 en 2023 met 83.3 procent tegenover het EU-gemiddelde van 48.1 procent. In deze zelfde periode stegen de huren in Nederland gemiddeld 18.5 procent. Deze stijging ligt wel dichter bij, maar nog steeds boven, het EU-gemiddelde van 13.3 procent. In de woonlasten zijn ook kosten voor gas, water en licht inbegrepen. Deze worden sterk beïnvloed door inflatie. In 2023 was de totale inflatie 27.8 procent ten opzichte van 2015. In de EU was dit gemiddeld 26.4 procent.
Uit deze cijfers blijkt dat in de hele EU een wooncrisis verwacht wordt. In sommige EU-landen zal dat sneller gebeuren dan in andere landen. In Nederland zijn er veel plannen om meer woningen te bouwen, maar deze worden belemmerd door stikstofregels. Ook de huurprijzen zullen dit jaar omhooggaan, nadat de coalitiepartijen zijn teruggekomen op hun verkiezingsbeloften om deze niet te laten stijgen.
Het Europees Parlement heeft afgelopen december een nieuwe speciale commissie die zich bezig houdt met de bestrijding van de wooncrisis in de EU.
