Wat ging er fout bij de Europese vaccin-inkoop?

In een vandaag verschenen rapport evalueert de Europese Rekenkamer de inkoop van COVID-19-vaccins door de Europese Commissie.

4 min. leestijd
Medical disposable syringe for vaccine injection and glass vial on blue blur background.

Toen nationale regeringen aan de vooravond van de pandemie stonden was het chaos. Niemand wist wat er ging gebeuren. Van de Europese eenheid viel nog maar weinig te merken toen elk land zijn eigen hachje probeerde te redden en individueel vaccindeals probeerde binnen te halen. Uiteindelijk sloegen de Europese lidstaten dan toch de handen in elkaar: de Europese Commissie werd aangesteld als onderhandelaar om in naam van de lidstaten massaal vaccins in te kopen.

Op snelheid gepakt

De start van dat proces verliep moeizaam, om het zacht uit te drukken. Reikhalzend keken Europeanen naar de Britten en de Amerikanen, die hun vaccinatiecampagne veel sneller op gang leken te krijgen. Hoe kon dat? Volgens rekenkamerlid Joëlle Elvinger is het antwoord eenvoudig: “We zagen dat de Europese Unie simpelweg later is begonnen met de inkoop van vaccins.”

Zo gaf het Verenigd Koninkrijk het startschot voor haar ‘vaccine taskforce’ al op 17 april 2020.  De Amerikanen lanceerden hun ‘Operation Warp Speed’ op 15 mei. Bij ons duurde het tot halverwege juni voor de Europese lidstaten de Commissie het mandaat gaven om vaccins in te kopen.

Over het hoofd gezien

En er is nog iets wat de Britten en de Amerikanen net wat handiger geregeld hadden: in hun aankoopcontracten hielden ze rekening met mogelijke voorraadproblemen. Zo dwongen de Britten een ‘prioriteitsclausule’ af in het geval van tekorten. Ook voegden ze toe dat producenten schadevergoedingen moesten betalen wanneer ze niet zouden leveren.

De Amerikanen voorzagen dan weer dat er ambtenaren mee mochten lopen op de productiesites zodat de overheid de logistiek goed in de gaten kon houden. Daarnaast gebruikten zij meermaals hun ‘Defense Production Act’. Dat is een soort oorlogswet waardoor vaccinproducenten voorrang kregen bij de aankoop van grondstoffen die schaars waren.

Toen er begin 2021 ook daadwerkelijk logistieke problemen ontstonden, kwam de Europese Unie erachter dat zij vergeten was soortgelijke clausules te voorzien. “We zagen dat de Commissie hierdoor geen onderhandelingsruimte had om deze voorraadproblemen te overwinnen”, verklaart Elvinger. “Uiteindelijk zijn deze contracten doorheen de tijd wel geëvalueerd. Zo stelden we vast dat er in 2021 wel clausules waren opgenomen over de leveringsplanning en de productielocaties.”

Rekenkamerlid Nicholas Edwards ziet echter nog een veel fundamenteler probleem: “We zien dat de Commissie geen officiële interne evaluatie heeft gemaakt voor toekomstige inkoopprocessen.” Ook is ze momenteel niet van plan om dat te doen. Hoewel de lidstaten haar dat wel hadden gevraagd. “Zeggen dat de Commissie geen lessen heeft geleerd uit de situatie is overdreven. Toch is er zeker nog veel ruimte voor reflectie’, besluit Edwards.

Volgens Elvinger is het evenwel niet allemaal kommer en kwel: “Ondanks het feit dat er uitdagingen waren in het begin, is de Europese Unie er uiteindelijk wel in geslaagd om voldoende vaccins in te kopen. Ook had de Europese Unie al in het begin van de crisis door dat vaccins een sleutelrol gingen spelen.”

(Nog steeds) gezocht: von der Leyens sms’jes

Daarnaast kreeg de Rekenkamer ook zicht op de prijs van de vaccinaties. Gemiddeld betaalde de Commissie 15 euro per dosis. Wat de precieze prijs per merk was, blijft vooralsnog vertrouwelijke informatie.

De Rekenkamer probeerde ook inzicht te krijgen in de beruchte deal van Commissievoorzitter Ursula von der Leyen met Pfizer-topman Alber Bourla. De communicatie over deze deal verliep via – schijnbaar in rook opgegane – sms’jes. “Ook wij hebben hier niets over losgekregen. Zelfs op de vraag waarom de Commissie geen informatie over die deal wil delen, kregen we geen antwoord”, vertelde Edwards zichtbaar geïrriteerd.

Deze zomer liet ook de Europese Ombudsman na maandenlange radiostilte nog weten hier geen medewerking van de Commissie voor te krijgen. In januari verklaarde de Ombudsman nog dat “het gebrek aan een verklaring voor het verwijderen van de sms-berichten niet strookt met de transparantievoorwaarden van de Commissie.”