Verhit debat over gendergeweld: ‘We hebben vrouwenhaat geïmporteerd’

Europarlementariërs zijn het eens: Europa doet niet genoeg om geweld tegen vrouwen te voorkomen. Op welke manier de EU dit moet veranderen, is dan weer andere koek, met verhitte discussies als gevolg. Anna Strolenberg (Volt) en Sebastian Kruis (PVV) staan recht tegenover elkaar.

3 min. leestijd
(Bron foto: iStock)

De verschillende partijen binnen het Europees Parlement zijn het over één ding eens: de EU moet meer doen om geweld tegen vrouwen te bestrijden. Gemiddeld ondervindt een op de drie vrouwen in de Europese Unie gendergerelateerd geweld. Dit komt bijvoorbeeld voor in de vorm van seksueel, huiselijk, of fysiek geweld, maar ook in de vorm van illegale bedreigingen zoals stalking. 

In Nederland hebben vrouwen hier bovengemiddeld veel mee te maken, namelijk 41.2 procent. Daarbij is 1 op de 3 Nederlandse vrouwen (36 procent) ooit slachtoffer geweest van seksueel geweld

De vrouwen tegen gendergeweld

Het Europees Parlementsgebouw in Straatsburg was gisteren speciaal oranje gekleurd en in dezelfde tint hing een vlag uit. Dat is niet omdat ze Nederland in een speciaal licht wilden zetten, maar ter ere van de Internationale Dag voor de Uitbanning van Geweld tegen Vrouwen. Oranje is namelijk de kleur van het VN-programma om een einde aan gendergeweld te maken. 

Er werd dan ook een speciaal debat gehouden waarin alle Europarlementariërs het konden hebben over wat de EU kan doen om geweld tegen vrouwen tegen te gaan. Althans, niet alle leden van het Parlement waren aanwezig. Opvallend wat dat het overgrote deel van de aanwezigen zelf vrouw is, veel mannen waren er niet te zien. 

Online geweld

Anna Strolenberg (Volt) benadrukt dat er ook een online dimensie aan gendergerelateerd geweld kleeft. “98 procent van deepfake video’s zijn pornografisch en 99 procent daarvan gaat om afbeeldingen van vrouwen”, laat ze het Parlement weten. “We moeten hightechplatforms verantwoordelijk houden en controleren.” Maar daar kan het volgens haar niet bij blijven: “Online geweld is een uiting van seksisme, (..) als we dat niet aanpakken zullen we slechts de symptomen bestrijden.” En bij de aanpak daarvan hebben we ook de stemmen van mannen nodig, voegt ze toe. 

De Italiaanse Europarlementariër Giusi Princi (christendemocraten) is het met Strolenberg eens. Ze legt de vinger op het EU-beleid dat nu nog ontbreekt.  “Er is geen Europese definitie van ‘cybergeweld'”, merkt ze bijvoorbeeld op. Hetzelfde geldt voor de definitie van ‘verkrachting’. 

“Prinsesjes”

Niet iedereen stelt de bijdrage van deze Europarlementariërs op prijs. Sebastian Kruis (PVV): “Ik moet gniffelen om al die linkse vrouwen die vóór mij hebben gesproken”. Omdat ze volgens hem als geprivilegieerde “prinsesjes” zijn opgegroeid in linkse bubbels, botsen hun “woke agenda’s” steeds vaker met de realiteit. Want, zegt Kruis, “we hebben massaal vrouwenhaat geïmporteerd”, en “wie voor vrouwen is, is tegen de islam”. 

Anna Strolenberg is sceptisch op zulk soort redeneringen. Migranten zijn niet de basis van het probleem, zoals Kruis insinueert. Uit de wetenschap blijkt dat seksuele misdrijven in 70 tot 80 procent door naasten worden gepleegd, legt Strolenberg uit. “Dat blijkt nogmaals in Frankrijk, bij de zaak van Gisèle Pelicot”.

Kruis is in ieder geval blij. Sinds gisteren is hij lid van de Parlementaire commissie FEMM, die gaat over de rechten van de vrouw en gendergelijkheid. Dat meldt hij op X. Hoogstwaarschijnlijk heeft hij met zijn inbreng in dit debat een blijvende indruk achtergelaten.