Staghouwer in Luxemburg over steunpakket landbouwsector

3 min. leestijd
With the high-pressure baler coupled to a tractor the wheat straw is mechanically picked up and squeezed in square bales.

Met bijdragen van Tom Bouwmans

De Europese Commissie heeft budgetten uit een crisisreserve toegekend om steun te kunnen verlenen aan de landbouwsector, die in financieel zwaar weer verkeert. Luxemburg is donderdag het decor van de Landbouw- en Visserijraad. Namens Nederland is minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit Henk Staghouwer aanwezig. Samen met de andere ministers van Landbouw spreekt hij over de gevolgen van de oorlog in Oekraïne op de voedselzekerheid en daarbij horende steunmaatregelen.

Enerzijds heeft de Europese Commissie een crisisreserve opgezet: lidstaten hoeven een deel van de directe betalingen aan Europa niet over te maken, waardoor er in het geval van Nederland zo’n 8 miljoen euro overblijft. Daarnaast krijgen Europese lidstaten de mogelijkheid tot 200 procent nationale – dus vanuit de landelijke overheid – cofinanciering. Daarmee mag de Nederlandse overheid 16 miljoen euro aan extra staatssteun aan de agrarische sector geven.

Waarschuwing

Of er ook echt overgegaan wordt tot het verlenen van staatssteun, is nog maar de vraag. Onder andere directeur Klaas Knot van de Nederlandsche Bank waarschuwde voor de negatieve effecten van een snelle compensatie.

Maar er staat meer op de agenda in Luxemburg. Staghouwer gaat met de Europese Commissie in gesprek om het gebruik van dierlijke mest toe te staan. Daar pleitte hij al eerder voor, omdat het produceren van kunstmest door de hoge energieprijzen duur is. En kalium, een belangrijk bestanddeel van kunstmest, komt voor een groot deel uit Rusland. Staghouwer laat weten dat er tijdens een eerdere Landbouwraad op 21 maart veel steun was om het gebruik van dierlijke mest toe staan. Maar, zo schrijft hij aan de Tweede Kamer, ‘we zijn er nog niet’.

Hoofdlijnendebat

Daarnaast onderschrijft Staghouwer het standpunt van de Europese Commissie om de transitie naar een duurzaam voedselsysteem door te zetten. Dat benadrukte Staghouwer eerder tijdens het hoofdlijnendebat van de Commissie Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit in de Tweede Kamer op woensdagavond. Voedselproductie moet volgens hem veranderen en bovenal duurzamer worden. “Brussel moet meer groene middelen toelaten”, zei hij. “Daar zal ik mij persoonlijk hard voor maken”.

Staghouwer ziet in de duurzame transitie een grote rol voor de agrarische sector weggelegd. “De Nederlandse markt stimuleerde de boer voor betaalbaar en exporteerbaar voedsel. We weten nu wat daar de prijs van was; die betalen we met de natuur. Nu vragen we wat anders van boeren: produceren, maar op een manier waarop de natuur het aankan. Nu kijken de boeren naar de overheid om hen daarin te ondersteunen.”

En dat zal de overheid doen, belooft Staghouwer. “Agrarische ondernemers staan er niet alleen voor. Het is een grote uitdaging, maar geen vrijblijvende kwestie.”