Wat rotzooi voor de één is, kan een schat voor de ander zijn. In het geval van de Europese afvalverwerking kun je dat vrij letterlijk interpreteren. Aangezien er in de Europese Unie strenge milieuregels gelden, is het vaak goedkoper om een niet-Europees ontwikkelingsland te betalen om jouw afval te verwerken. Daar kunnen gevaarlijk stoffen bijvoorbeeld simpelweg verbrand worden.
De uitvoer van afval van lidstaten naar ontwikkelingslanden zit dan ook stevig in de lift. Zo exporteerde de EU in 2020 nog zo’n 33 miljoen ton afval. Denk hierbij aan onder meer metalen, plastic of textiel. Vooral Turkije is een populaire bestemming: in 2020 kwam 14 miljoen ton van ons afval daar terecht.
Klaar met Nederlands plastic
Voor het klimaat en de gezondheid van de plaatselijke bevolking vormt dat een gevaar. De Europese Commissie stak daarom de handen uit de mouwen en kwam eind 2021 met een herziening van de afvalregels. Vandaag keurde het Parlement dat voorstel met een overweldigende meerderheid goed. Wanneer het Parlement het tot een akkoord met de lidstaten weet te schoppen, zijn de regels officieel goedgekeurd.
Concreet wil de Commissie dat ontwikkelingslanden eerst bewijzen dat ze correct afval kunnen verwerken voordat ze ons afval mogen ontvangen. Ook zullen er meer inspecties ter plekke plaatsvinden. Voor het Parlement was dat echter niet voldoende: zij willen daarbovenop de uitvoer van plastic afval nagenoeg verbieden.
Met name voor Nederland zou dat nog wel eens flink lastig kunnen worden. Volgens de ngo Plastic Soup Foundation zou ons land namelijk de grootste Europese exporteur zijn van plastic afval naar ontwikkelingslanden. Op het wereldtoneel geniet Nederland zelfs de twijfelachtige eer op de derde plaats te staan wat betreft de uitvoer van plastic afval naar ontwikkelingslanden. Enkel de Verenigde Staten en Japan zijn nog grotere exporteurs.
Alternatief
Gelukkig voor Nederland komen de nieuwe Europese regels niet enkel met restricties, maar ook met alternatieven. Op dit moment zijn er namelijk al lidstaten die goed afval kunnen verwerken, maar door heel wat bureaucratische restricties wordt daar niet optimaal gebruik van gemaakt. De nieuwe regels moeten daarom het afvaltransport tussen lidstaten ook heel wat efficiënter maken.
Als de Europarlementariërs bij de stemming nog een duwtje in de rug nodig zouden hebben gehad, mochten ze die ontvangen van de Europese Rekenkamer. Gisteren nog publiceerde die instantie een rapport waaruit blijkt dat de productie van gevaarlijk afval in de EU sinds 2004 alleen maar is toegenomen. De aanbevelingen van de Rekenkamer lijken sterk op het voorstel van de Europese Commissie.