Na de Europees Parlements-verkiezingen van vorig jaar juni en de installatie van de 27 Eurocommissarissen is de Europese Commissie nu ruim een jaar bezig,. De wetgevingsmachine is opgestart en de Directoraten-Generaal en “Kabinetten” zijn volop beleidsstukken aan het pompen. De route loopt steil naar de top van de vijfjarentermijn van deze tweede Von der Leyen-Commissie. In 2028 gaat het weer bergafwaarts, want dan maakt Brussel zich op voor nieuwe verkiezingen in 2029.
Een heel traject van openbare consultaties, expertgroepen, schrijfsessies en gelekte concept-voorstellen leidt uiteindelijk tot voorstellen voor nieuwe wetgeving en beleid. Die landen op de bureaus in 27 lidstaten en in het Europees Parlement. Een jaarlijks hoogtepunt is het werkprogramma. Volgende week komt dat voor 2026 uit – maar gelukkig is er gelekt.
Instructies voor onderhandelaars
Het document is verplichte kost voor iedereen die het komende jaar op Europese wetten zit te wachten, of juist niet – met andere woorden: voor belangenorganisaties. Of dat nu een regering is, een Kamerfractie, een gemeente of een bedrijf. Het document geeft ook een handig overzicht over de agenda’s van raadswerkgroepen en het Europees Parlement. De Europese Commissie onderhandelt namelijk, lezen we, momenteel over zo’n 130 dossiers met de Raad en het Europees Parlement. Daar komen volgend jaar 40 nieuwe wetsvoorstellen bij en een reeks aan beleidsplannen, onder de titel ‘strategie’, ‘initiatief’ of simpelweg, ‘regels’. En er worden er 20 geëvalueerd.
Wat komt er te staan in de Nederlandse inbreng op al die plannen? Dat wordt in Den Haag bepaald, in instructies voor onderhandelaars, die op hoofdlijnen via het nationale parlement gaan. Die Europese werklast van Kamerleden is voor nieuwkomers vaak verrassend. Zo waren er vorig jaar honderd momenten van het meegeven van instructies van onze ministers, lezen we in het jaarverslag: ‘Staat van de Tweede Kamer 2024’.
Die overleggen staan vermeld in een tabel, als commissievergaderingen voor een Europese Raad. Een benaming die we overigens van een student niet goed zouden rekenen: dat moet natuurlijk Raad van Ministers zijn. Europese Raden worden immers plenair voorbesproken – deze week kwam de Kamer terug van reces om een overvolle Top te bespreken.
Werkprogramma Europese Commissie
Vorige maand kreeg een motie voor dit debat geen meerderheid, maar Jesse Klaver had een vooruitziende blik. “Ik ga u op een briefje geven dat de actualiteit aanleiding gaat geven om dit toch in te plannen. Ik zou het liever ordentelijk doen dan dat er een extra regeling moet komen in het reces.”
Die vraag- en antwoordsessies over de inbreng van het kabinet in Europese ministerraden waren in driekwart van de gevallen niet live maar ‘schriftelijk’, op verzoek van de meerderheid van de Kamer zelf. Zes jaar geleden kwamen Kamerleden nog in de helft van de gevallen daadwerkelijk bijeen in een zaal. Wel zo zichtbaar voor het politieke debat. Nu moet je flink klikken om in een ‘verslag schriftelijk overleg’ terug te kunnen lezen dat van de 15 fracties in de Tweede Kamer, alleen de Kamerfractie van GroenLinks-PvdA de aankomende informele vergadering van de 27 Onderwijs en Cultuur-ministers in Kopenhagen op 3 en 4 november relevant genoeg vindt om vragen over te stellen. De minister gaat er overigens ook niet heen; een directeur van het ministerie OCW zal ons land vertegenwoordigen.
De komende maanden is er genoeg te bespreken in de Brusselse vergaderkamers. Dat maakt het werkprogramma van de Europese Commissie verplichte kost voor het inwerkprogramma van de nieuwe Tweede Kamer.