Opinie Otto Fricke: “Debatteer in het parlement, ga niet vechten”

4 min. leestijd

“Mevrouw, hierbij roep ik u tot de orde.” Debatten in het Duitse parlement zijn soms hard, maar altijd fair. Als er in de plenaire vergadering van de Duitse Bondsdag ongepaste opmerkingen worden gemaakt, berispt de voorzittende president deze opmerkingen. Die berisping kan een ernstige waarschuwing zijn, een oproep tot de orde, een boete of een uitsluiting van deze of andere zittingen van de Bondsdag. En dat is ook al gebeurd. Toen bijvoorbeeld de socialistische parlementaire fractie DIE LINKE tijdens een zitting van de Bondsdag met posters demonstreerde tijdens de plenaire vergadering, leidde dit tot een ernstige waarschuwing tot uitsluiting van de fractie. Een geënsceneerde minuut stilte door de fractie van de rechtse Alternative für Deutschland (AfD) leidde ook tot een berisping.

De maatregelen van de “Parlamentspräsident” worden niet besproken in de plenaire vergadering van de Bondsdag. De betrokkenen kunnen echter formeel een bezwaar indienen tegen disciplinaire maatregelen. In dat geval wordt over dit bezwaar later door de gehele Bondsdag een besluit genomen.

Persoonlijke aanvallen zijn verboden

Ordemaatregelen worden vaak ook besproken in de Raad van Ouderen van de Bondsdag. De Duitse Bondsdag combineert dus een democratische debatcultuur met duidelijke, zelfopgelegde regels. De handhaving van deze regels is onpartijdig.

Gebeurtenissen zoals die van de afgelopen dagen in de Tweede Kamer en op het internet zijn in Duitsland heel duidelijk geregeld. Het tonen van de vlag van het nationaal-socialistische Duitsland is altijd verboden in de Bondsrepubliek, met  enkele (artistieke) uitzonderingen. Het gebruik van symbolen van ongrondwettelijke organisaties is strafbaar.

Daarom mogen dergelijke symbolen in geen geval in de Duitse Bondsdag worden getoond. Volgens de procedureregels van de Bondsdag, is het dragen van andere symbolen of slogans ook niet toegestaan. Zo werd een lid van de Linkse Partij tot de orde geroepen omdat zij een Antifa-sticker droeg. Persoonlijke aanvallen zijn ook verboden: toen een lid van de AfD de premier van een deelstaat “fascist” noemde, in een poging hem in diskrediet te brengen, werd hij door de voorzitter van de vergadering tot de orde geroepen. Aan de andere kant werd een lid van de B’90/Die Groenen ook tot de orde geroepen, toen hij een lid van de AfD “racist” noemde.

Duitse strengheid

De achtergrond voor deze “Deutsche Strenge” in het parlement ligt in de historische ervaring van Duitsland met nationaal-socialisten en (in mindere mate) communisten in democratische parlementen tot 1933. Men is zich er zeker van bewust, niet alleen in Duitsland, dat een democratie altijd kwetsbaar is wanneer zij zich niet kan verdedigen tegen antidemocratisch gedrag. De geringste zweem van antidemocratische tendensen wordt dan ook niet genegeerd, maar onmiddellijk gesanctioneerd, vooral in de Duitse Bondsdag.

Naast deze ervaring is ook de architectuur en de traditie van de Duitse Bondsdag bijzonder. In tegenstelling tot het Nederlandse of het Engelse parlement wordt het debat in de plenaire vergadering niet gekenmerkt door vrije, spontane debatten. In plaats daarvan worden toespraken gehouden vanaf de lessenaar, vaak tegen elkaar en niet via de voorzitter. Toespraken worden onderworpen aan regels in verband met de lengte (de parlementaire fracties hebben een beperkte spreektijd naargelang hun omvang) en de vorm, maar niet in verband met de inhoud. Dit is minder confronterend dan sommige levendige debatten in het Engelse parlement. In de Duitse Bondsdag is echter directe meningsuiting ook mogelijk via interrupties, korte interventies en applaus (zelfs tijdens toespraken).

Behoefte aan duidelijke regels

Het is bijna nooit te rustig of saai. Zelfs het voorzitten van de zitting is niet altijd een ernstige zaak: “hilariteit” of zelfs “hilariteit in het presidium” was altijd in de notulen wanneer voormalig voorzitter Norbert Lammert van de Conservatieven grapte met Gregor Gysi van Die Linke en hem erop wees dat de regels moeten worden nageleefd.

Als men mij zou vragen welk advies ik na zestien jaar ervaring in de Duitse Bondsdag zou geven aan andere parlementen, zou ik waarschijnlijk het volgende zeggen: “Er is behoefte aan duidelijke regels en een onpartijdige soevereine handhaving van deze regels.” Alleen als duidelijk is wat mogelijk is en nog meer wat niet mogelijk is, kunnen individuele maatregelen worden beschermd tegen de schijn van willekeur. En alleen als presidenten in functie leden van alle politieke fracties berispen, ook hun eigen, en van de regering op dezelfde manier, zullen deze maatregelen een breed draagvlak krijgen. Men denkt vaak dat vele van deze dingen allemaal vanzelfsprekend zijn. Maar helaas is steeds minder vanzelfsprekend in onze tijd.

De voorzitters van de Bondsdag, vrouwelijke en mannelijke, conservatieve en sociaal-democratische, van de laatste verkiezingsperiodes wisten steeds draagvlak voor zich te winnen.

Otto Fricke (1965) is lid van de Duitse Bondsdag voor de liberale regeringspartij FDP. Hij is financieel woordvoerder van zijn partij en de voorzitter van de Bondsdagcommissie die verantwoordelijk is voor de relaties met Nederland. Fricke spreekt vloeiend Nederlands en is met enige regelmaat te vinden in de Haagse wandelgangen.

Het gras is altijd groener bij de buren.
Verken je horizon en ga ook eens vissen in een andere vijver!

Word lid Meer informatie