Pas op 23 november debatteert de Tweede Kamer over het Nederlandse standpunt ten opzichte van de digitale euro. Koningin Máxima liet onlangs in Washington al weten dat ze de digitale munt wel ziet zitten. Maar de Nederlandse politiek zelf weet nog niet helemaal wat ze ermee wil. “Ongemakkelijk”, vinden enkele Kamerleden dat.
Uitspraken koningshuis voorbarig
“Was het niet stijlvoller geweest om te wachten tot aan het debat op 23 november, zodat we niet internationaal vooruitlopen op het standpunt van de regering?” Dat vroeg Tweede Kamerlid Mahir Alkaya (SP) aan minister van Financiën Sigrid Kaag (D66). De onenigheid over het standpunt van de Nederlandse regering over de digitale euro ontstond toen Kamerlid Derk-Jan Eppink (JA21) aan de minister vroeg of het kabinet zich achter de uitspraken van koningin Máxima schaart of niet.
Tijdens de jaarlijkse bijeenkomst van het International Monetair Fonds (IMF) in Washington vorige maand liet de koningin weten voordelen te zien in de digitale euro. Het IMF is een organisatie van de Verenigde Naties die toezicht houdt op het internationaal monetair beleid. Al sinds 2009 zet Máxima zich als een zogeheten ‘speciale pleitbezorger’ in om financiële diensten voor iedereen op de wereld toegankelijk te maken. Volgens haar kan de digitale euro een goede manier zijn om die toegang te verbeteren.
Politiek moet nog afwegingen maken
Koningin Máxima stelt dat er aan dat digitale geld veel voordelen kunnen zitten, ook voor landen waar de financiële infrastructuur nu nog beperkt is. Zo zou het kunnen helpen om bijvoorbeeld transactiekosten omlaag te brengen. Transactiekosten zijn extra kosten die bovenop een betaling komen. Hoge transactiekosten kunnen voor armere mensen bij traditionele financiële diensten juist een obstakel zijn.
Maar in de Tweede Kamer is het laatste woord over de digitale euro nog niet gezegd. Alhoewel het standpunt van het kabinet volgens minister Kaag op één lijn ligt met de uitspraken van de koningin, moet de Tweede Kamer nog debatteren over de digitale euro. Dat standpunt kan dus nog veranderen.
Vooral JA21 kijkt met argusogen naar het invoeren van de digitale euro. De partij wil dat het gebruik van contant geld als betaalmogelijkheid niet in gevaar komt en dat dit wettelijk wordt vastgelegd. De invoering van de digitale euro moet volgens de partij geen opstap zijn naar het langzaam uitroeien van contant geld of het omzeilen van commerciële banken.
Altijd op de hoogte blijven van Nederlandse en Europese ontwikkelingen op het gebied van economie en financiën? Neem een abonnement op onze nieuwsbrief De week van de euro.