Oekraïne centraal bij de Europese ontwikkelingsbank

Alle pijlen van de Europese ontwikkelingsbank voor Wederopbouw en Ontwikkeling (EBRD) zijn gericht op ondersteuning van de Oekraïense economie. Vandaag maakte de ontwikkelingsbank bij haar jaarlijkse bijeenkomst bekend een miljard aan donaties te hebben binnengehaald voor dat doel.

4 min. leestijd
Belarus, Gomul, November 21, 2015. Streets of the town. Reconstruction. Tired women are sitting in the cold. Refugees. Refugees

Caspar Veldkamp, bewindvoerder van de Europese ontwikkelingsbank EBDR (European Bank for Reconstruction and Development), merkt na de bijeenkomst op dat veel meer landen worden geraakt door de oorlog dan verwacht. En die economische effecten op de regio en de wereld kunnen “langer duren dan gedacht.”

Geografische uitbreiding

De Europese ontwikkelingsbank werd in 1990, na de val van de Muur, opgericht om de economieën in Centraal- en Oost-Europa op weg te helpen door leningen te verstrekken aan private ondernemingen en lokale overheden. De bank is nu de grootste institutionele investeerder in Oekraïne, met meer dan vier miljard euro aan projecten. Tegenwoordig heeft de bank het geografische terrein flink uitgebreid en is ze ook actief buiten Europa, in landen als Libanon, Tunesië, Kasachstan en Mongolië.

Tijdens de jaarlijkse bijeenkomst van deze ontwikkelingsbank zou nog verdere uitbreiding centraal staan, vertelt bewindvoerder Veldkamp. De uitbreiding naar de Sub-Sahara stond op het programma. Om die reden vond de bijeenkomst, waar aandeelhouders, investeerders en ngo’s bijeenkomen, ook plaats in Marrakesh, Marokko. Een land waar de ontwikkelingsbank al investeert. De bank had nu ook graag een rol willen spelen in Ghana of de Ivoorkust, om daar “de private sector verder te helpen”. Maar die uitbreiding werd voor deze bijeenkomst uitgesteld. Alle pijlen zijn nu gericht op de Oekraïense economie.

Eén miljard al binnen voor Oekraïne

De bank had al een pakket van twee miljard euro ingezet voor Oekraïne en de omringende landen zoals Moldavië. Vandaag maakte Odile Renaud-Basso, de president van de ontwikkelingsbank, bekend dat er nog één miljard euro aan donorgeld is binnengehaald. Dat geld komt van “welvarende westerse landen, voor de helft uit de Verenigde Staten”, vertelt Veldkamp. Met die donaties kan de ontwikkelingsbank de investeringsrisico’s in het oorlogsgebied dekken.

Deze miljarden zet de ontwikkelingsbank in om de economie “draaiende te houden” in Oekraïne en omringende landen. Dit jaar nog wil de bank één miljard besteden aan het getroffen land. Nu is 630 miljoen euro goedgekeurd. Bestemd voor verschillende projecten, vertelt Veldkamp: uitstel van betaling voor bedrijven als boerderijen, het financieren van handel en financiële noodhulp voor bijvoorbeeld vluchtelingenopvang en vitale infrastructuur. Vijftig miljoen euro werd geïnvesteerd in de spoorwegen in Oekraïne. Hetzelfde bedrag ging al naar de distributie van elektriciteit.

Het ondersteunen van de Oekraïense economie is ook belangrijk voor de wederopbouw van het land. Ook hiervoor reserveerde de ontwikkelingsbank een som geld. De bank hoopt een belangrijke rol te spelen in de wederopbouw. Wederopbouw betekent het repareren van schade aan gebouwen en infrastructuur, maar ook het zorgen voor “een stabiele economie, het vermijden van een gierende inflatie en het openen van de private sector”, aldus Veldkamp. 

Oorlog in Oekraïne heeft grote gevolgen

Tijdens de bijeenkomst merkte Veldkamp op: “Alle aandacht gaat nu naar Oekraïne en omliggende landen, maar er worden nog veel meer landen geraakt”. Mongolië en Armenië bijvoorbeeld voelen de gevolgen van de neergang van de Russische economie. Die landen exporteren veel naar Rusland. En onder andere Egypte en Libanon lijden onder stijgende voedselprijzen: zij importeren veel graan uit Oekraïne. De economische effecten op de regio en de wereld kunnen “langer kan duren dan verwacht”, vertelt Veldkamp. “Volgens experts zullen de energieprijzen bijvoorbeeld niet snel weer dalen tot op het oude niveau.”

Zaal stroomt leeg wanneer het woord is aan Rusland

“Toen de voorzitter de beurt gaf aan Rusland, stroomde de zaal leeg”, vertelt Veldkamp. De ontwikkelingsbank heeft sinds de bezetting van de Krim in 2014 niet meer geïnvesteerd in Rusland, terwijl het land nog wel aandeelhouder is. Toen de Russische vertegenwoordiger het woord nam, liep het publiek weg. De Europese lidstaten hadden dit afgesproken met collega’s van de G7. Andere landen volgden.

Opvallend: Duitsland deed niet mee. De staatssecretaris van Financiën, Carsten Pillath, bleef zonder uitleg zitten. “Teleurstellend”, vindt Veldkamp.

China hield zich tijdens de bijeenkomst op de vlakte. China staat achter het beleid van de ontwikkelingsbank, dat nu vooral Oekraïne wil steunen. China hield geen pro-Russische toespraak tijdens de bijeenkomst. Veldkamp noemt de bijdrage van dit land “opvallend constructief”.