Nieuwe plantveredelingstechnieken, of nieuwe genomische technieken (NGT’s), zoals het bekende CRISPR-Cas, maken het mogelijk in het DNA van organismen te knippen en plakken. Zo kunnen er veel makkelijker gewassen gemaakt worden die ofwel mooier, lekkerder of klimaatbestendiger zijn. Denk aan extra knapperige appels, bananen die nooit bruin worden of tomaten die veel minder water nodig hebben.
Waar traditionele veredelingsmethoden veel tijd kosten, bestaan NGT’s – letterlijk – uit knip- en plakwerk. Het idee is dus dat deze technologieën meer mogelijkheden bieden voor het ontwikkelen van gewassen die duurzamer en veerkrachtiger zijn. Ook kan het boeren helpen duurzamer te worden.
Een meerderheid van de Europarlementariërs heeft nu daarom ingestemd met het gelijkwaardig maken van deze NGT-planten aan traditionele planten. Daarmee wordt het een stuk simpeler om ze op de markt te krijgen.
Voor- en nadelen
Het plan om NGT-gewassen en traditionele gewassen aan elkaar gelijk te maken leidde eerder al tot hevige discussies. De implicaties voor de Europese landbouwsector zijn namelijk groot. Het doel was om een evenwicht te vinden tussen het bevorderen van innovatie en het waarborgen van de veiligheid en keuzevrijheid van consumenten. Of dat gelukt is, ligt aan wie je het vraagt.
Abonneer je op de nieuwsbrief Landbouw & Visserij
Europarlementariër Jan Huitema (VVD), die zich al jaren bezighoudt met het dossier, is blij met de zegen van het Europees Parlement. “Met nieuwe veredelingstechnieken kunnen we de natuurlijke verdedigingsmechanismen weer terugkrijgen in onze voedselgewassen, zoals in aardappelen en granen,” stelt hij. “Daarmee zijn ze beter beschermd tegen ziekten, plagen en droogte.”
Daarentegen uiten sommige parlementsleden, zoals Anja Hazekamp (PvdD), hun bezorgdheid over de mogelijke negatieve gevolgen voor zowel milieu als de volksgezondheid. Door het gelijktrekken van traditionele gewassen en NGT-gewassen, wordt de eerder verplichte veiligheidsbeoordeling namelijk opgeschort.
Hazekamp verklaart: “De beoordeling is van groot belang om risico’s van gentechgewassen voor de natuur en onze gezondheid uit te sluiten. Het is zeer zorgelijk dat deze nu zomaar in ons milieu en op ons bord terechtkomen als deze wet doorgaat.”
Veiligheidsbeoordeling
Hoewel nieuwe genomische technieken de potentie hebben om de landbouwproductie te verduurzamen, roepen ze ook nog veel vragen op. Dit was ook te zien in de stemmingsuitslag, waarbij een krappe meerderheid van 307 parlementsleden voor stemde, tegenover 263 tegenstemmers.
Wat daarbij belangrijk is, is dat de nieuwe regels alleen gelden voor gewassen waarbij de genetische aanpassingen ook op een natuurlijke manier bereikt hadden kunnen worden. Dat wil zeggen dat er niet geknutseld is aan volledig nieuwe eigenschappen in het planten-DNA. Voor die groep genetisch gemodificeerde plantenrassen (GMO’s) geldt de veiligheidsbeoordeling nog wel.
Europarlementariër Bert-Jan Ruissen benadrukt dit ook: “Met nieuwe veredelingstechnieken kan het proces van veredeling aanzienlijk worden bekort. En dat zonder soort-vreemde genen in te brengen, zoals dat bij GMO’s wel het geval is.”
Transparantie
Aan de andere kant benadrukt Hazekamp de noodzaak om voorzichtig te blijven en te zorgen voor voldoende transparantie en controlemechanismen. Ze benadrukt het belang van keuzevrijheid voor consumenten en biologische boeren, ondanks het feit dat het Europees Parlement wil dat op etiketten het gebruik van de nieuwe genomische technieken (NGT’s) vermeld zal worden.
“Maar”, zo stelt zij, “er worden geen maatregelen genomen om te voorkomen dat biologische gewassen op de akker worden vermengd met gentechgewassen. Daardoor wordt ook verderop in de voedselketen een gentechvrije keuze heel moeilijk.”
En nu?
Nu het Europees Parlement heeft gestemd, beginnen de onderhandelingen (‘trilogen‘) met de EU-lidstaten. De EU-ministers van Landbouw kunnen nog veranderingen in het voorstel afdwingen. In oktober afgelopen jaar zag een meerderheid van de Tweede Kamerleden de nieuwe genomische technieken (NGT’s) nog niet zitten.
Meer over deze zes fases in het Europese besluitvormingsproces lees je hier.