Dit najaar maken drie van hen overuren. Mohammed Chahim (PvdA), Jan Huitema (VVD) en Esther de Lange (CDA) voeren namens het Europees Parlement de onderhandelingen met de lidstaten van de Europese Unie over drie van Timmermans’ klimaatwetten. In jargon: de trilogen.
Chahim is verantwoordelijk voor het invoeren van een importheffing op CO2, Huitema is bezig met het afschaffen van de verbrandingsmotor en Esther de Lange moet ervoor zorgen dat dankzij het zogenaamde Sociaal Klimaatfonds ook mensen met weinig geld kunnen investeren in verduurzaming.
Brusselse Nieuwe volgt de onderhandelingen van dit trio op de voet. Chahim is vlak voor de zomer al begonnen. Deze week was het de beurt aan Jan Huitema om te starten met de gesprekken over de nieuwe CO2-normen voor personenauto’s. De bedoeling is dat vanaf 2035 in de Europese Unie geen auto’s met een verbrandingsmotor verkocht mogen worden. Iedereen is eigenlijk al voor. Alleen de Duitsers stribbelen nog wat tegen.
Hoe was de eerste bijeenkomst?
“Gisteren hadden wij de eerste triloog. Dat is heel formeel met het voorlezen van elkaars posities. Wat ik wel positief vind, is dat het Tsjechische voorzitterschap hier serieus werk van wil maken en zo snel mogelijk wil afronden. Dat we dus zo snel mogelijk op technisch (ambtelijk) niveau gaan spreken om te bekijken waar de verschillen zitten en welke zaken we op politiek niveau op elkaar moeten afstemmen. Het was een goede eerste triloog”.
Wat is uw indruk: is de afschaffing van de verbrandingsmotor voor het eind van het jaar een formele wet?
“Voor de Kerst. Kijk, wij als onderhandelaars over deze wet namens het Europees Parlement zijn wat flexibeler dan de onderhandelaar namens de lidstaten. Dat is, vanwege het Tsjechisch voorzitterschap, nu de ambassadeur van Tsjechië en die heeft ook de andere stukken klimaatwetgeving waar ook veel tijd in gaat zitten. Daarom hebben we gezegd dat we zo veel mogelijk op technisch niveau laten doen door de ambtelijke ondersteuning. Daar hoeft dan niet steeds hun ambassadeur bij te zijn. Daar gaan we snel mee aan de slag en dan heb ik goede hoop. We liggen niet ver uit elkaar. Ook de doelen zijn hetzelfde. Er zijn een paar punten die moeilijker zijn, die we dan op politiek niveau kunnen afronden”.
Dus eigenlijk is het kat in het bakkie?
“In feite wel. Er kunnen altijd gekke dingen gebeuren, maar het doel om in 2035 alleen nog emissieloze auto’s op de markt toe te laten is zowel het standpunt van het Europees Parlement als van de lidstaten. Ook het tussendoel van 2030 is hetzelfde. Het gaat wat meer om de details dan om de grote doelstelling”.
Maar autoland bij uitstek Duitsland was toch niet voor dat doel van 2035? Ik zie in de Duitse discussies de liberale regeringspartij FDP steeds terugkrabbelen als het gaat over het afschaffen van de verbrandingsmotor.
“Dat klopt. In Duitsland is het nogal een discussie. Daarom is er op aandringen van Duitsland ook een extra verzoek ingebracht. Daarin staat dat de Europese Commissie met een voorstel moet komen om synthetische brandstoffen toe te laten. De vraag is eigenlijk wat dat nu precies betekent. Mogelijk dat Duitsland vindt dat er onderhandelingsruimte is. Dat is het enige spannende onderwerp dat nog zou kunnen spelen in deze onderhandelingen”.
Hoe realistisch is het om met ingewikkelde en dure synthetische brandstoffen te proberen de verbrandingsmotor levend te houden? Het is toch zo dat als de grote massa aan investeringen richting de ontwikkeling van elektrische motoren gaat, dat het dan economisch niet langer interessant is om door te gaan met de verbrandingsmotor?
“Het is in de tekst gekomen om Duitsland aan boord te krijgen, maar ik heb nooit begrepen waarom de FDP, maar ook de CDU, hier zo hard tegen ingingen. Het is meer politiek dat ze zich hebben ingegraven dan dat het met realiteitszin te maken heeft. Ook de Duitse autobouwers zijn voor de deadline van 2035 en zeggen dat ze het kunnen doen. De enige die wat tegengas gaf, was BMW, maar dat komt omdat die veel verbrandingsmotoren exporteren. Zij zijn bang dat als Europa vanaf 2035 nieuwe verbrandingsmotoren verbiedt, zij ook hun exportmarkten kwijtraken. Maar dat ook de markt richting het afscheid van de verbrandingsmotor beweegt, dat is duidelijk. Daarom zeg ik steeds: geef de industrie nu zekerheid”.
